Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Kan ons Bendedossier vooralsnog gekraakt worden via Luxemburgse Bommeleeër?

Thierry Debels - 18-05-2023

Laten we niet rond de pot draaien: als het over de Bende van Nijvel gaat, dan duikt Laken snel op in de sterke verhalen. Een snelle mogelijke verklaring: de aanwezigheid van prins Albert op seksfeesten. Of zou er toch een alternatieve verklaring zijn?

In Luxemburg was er in die periode de bij ons minder gekende affaire van de Bommeleeër (bommenlegger(s) in het Luxemburgs). Dat was een reeks terroristische aanslagen die het Groothertogdom Luxemburg tussen 1984 en 1986 trof, waarschijnlijk als gevolg van een stay-behind-netwerk. En daar werd zowaar prins Jean (geboren in 1957) genoemd. Jean is een zoon van Josephine Charlotte van België, zelf zus van Albert II.

Politieman Jan Michiels (eveneens geboren in 1957) in zijn boek Oprecht: “Op politioneel vlak was deze periode toch wel bijzonder. In het begin van de jaren tachtig voelden we nog sterk de gevolgen van het toenmalig politiek extremisme, zeg maar politiek terrorisme uit de jaren zeventig. Je kan gerust de toenmalige angst vergelijken met de angst en onrust die er heerste tijdens de opkomst van het kalifaat. Er was angst voor de aanslagen, politieke moorden en ontvoeringen.”

“De belangrijkste politieke terroristen waren: de Rote Armee Fraction (West-Duitsland), Action Directe (Frankrijk ), de ETA (Spanje), de Rode Brigades (Italië), de I.R.A. (Verenigd Koninkrijk) en ten slotte de C.C.C. (Cellules Communistes Combattantes) in ons land. De terroristen pleegden in Europa talrijke aanslagen en moorden. Zelfs in het kleine Groothertogdom Luxemburg werden bomaanslagen gepleegd. De zaak is daar gekend als het bommeleeër dossier. Op deze wijze creëerden ze een sfeer van angst en onzekerheid, deze terroristen opereerden in landen van oorsprong.”

“Er waren ook wel bindingen tussen deze groepen onderling, zo was er een link tussen de C.C.C. en het Franse Action Directe. Het bestrijden van dit fenomeen was de absolute politionele topprioriteit. In die periode stak ook nog een ander monster de kop op, namelijk de terreur van de bende van Nijvel. Uit de loop van hun wapens kwam veel ”lood” en er vielen onschuldige slachtoffers.”

“Ik herinner me nog levendig deze periode, de bende sloeg meestal in het weekend toe. Als piepjonge wachtofficier deed ik toen regelmatig weekenddiensten en ik diende mijn toenmalige assistent tijdens de weekends af te staan voor acties. Hij was toen een van de beste of misschien wel de beste schutter van ons korps.”

“Het weekend na de bloedige aanslagen in Aalst waren we beiden van dienst. Hij lag gewapend met het enige scherpsschuttersgeweer dat we hadden op het dak van het Mechelse Delhaize-filiaal en ik deed mijn wachtdienst.”

Michiels tot slot: “Uiteraard werden de activiteiten van de bende van Nijvel binnen politiemiddens druk besproken. Iedereen binnen de politie was ervan overtuigd dat deze bloeddorstige moordmachines uiterst koelbloedig te werk gingen en supergoed waren in de omgang met wapens. Menig politieman had de innerlijke overtuiging dat de leden van deze zogenaamde bende niet behoorden tot de reguliere misdaadscene maar daarbuiten stonden. Later ontstonden er geruchten over de betrokkenheid van politiemensen, deze geruchten werden steeds sterker en wezen in de richtingen van de rijkswacht. Feit is zeker dat deze daden ook wel een extremistische, ja zelfs een terroristisch signatuur droegen.”

Misschien is er wel een link tussen het dossier van de Bommeleeër, de CCC en de Bende van Nijvel? Marcel Feiereisen, een oudgediende van Belgische rechtse groepjes als Front de la Jeunesse en Westland New Post gooide eind 1980 een bom naar het Arabisch huis in Brussel, zat een tijdje in de gevangenis en trok daarna op met Paul Latinus, de enigmatische leider van Westland New Post.

Die laatste ging dan weer geheime telexen stelen op het NAVO-hoofdkwartier in Evere. Een vergeeld politierapport meldt volgens De Morgen dat Feiereisen kort na de dood van Latinus door de Luxemburgse geheime dienst werd ondervraagd over een trafiek met dynamietstaven in opdracht van Latinus. Hij moest die gaan aankopen in Wenen en had daarvoor een voorschot van 100.000 frank (2.500 euro) gekregen, per cheque. Helaas, zegt het rapport: "Bij zijn arrestatie stak Feiereisen de cheque in zijn mond en slikte die door."

Auteur Guy Bouten: “Luxemburgs WNP-lid Marcel Feiereisen, kreeg in juli 1983 van Latinus de opdracht om munitie vanuit Keulen naar België te smokkelen.”

Een Belgisch lid van WNP moest Feiereisen op 20 juli 1983 op een kampterrein in Neufchateau opvangen die een metalen kist vol springstoffen vanuit Keulen naar ons land transporteerde.

Feiereisen was Luxemburgs verzekeringsagent en betrokken bij die brandstichting van het Arabisch Huis op 20 december 1980 in Brussel samen met Jean-Philippe ‘Flupke’ Van Engeland. De kist vol munitie en springstoffen belandt uiteindelijk bij... Robert Beijer en Madani Bouhouche.

Le Monde Diplomatique van februari 2016 schrijft dat, tijdens een specifieke parlementaire enquête die parallel aan het proces over de aanslagen werd uitgevoerd, werd onthuld dat de Luxemburgse staatsinlichtingendienst (SREL) "een opname heeft die dateert uit de vroege jaren 2000 waarin de regeringsleider Jean-Claude Juncker met groothertog Henri de betrokkenheid van zijn jongere broer bespreekt, prins Jean, bij die aanslagen in Luxemburg van de Bommeleeër.

Verschillende getuigen beweerden prins Jean ook tijdens een van de aanslagen in 1985 in de buurt van de luchthaven te hebben gezien.

Auteur Guy Bouten hierover: “Meteen kwam prins Jean, de broer van de Groothertog, in opspraak. Hij werd op 9 november 1985 in zijn blauwe BMW opgemerkt in de onmiddellijke omgeving van de luchthaven Findel, waar een bom die dag de radarinstallatie vernietigde en een arbeider zwaar verwondde. Een getuige werd later door leden van de mobiele rijkswacht en de inlichtingendienst zwaar onder druk gezet om zijn eerdere verklaring in te trekken op de Luxemburgse televisie.”

“De prins deed in 1986 prompt afstand van zijn adellijke titel en van het recht op troonsopvolging. Prins Jean was lid van de anti-communistische WACL, de internationale anticommunistische liga die in België en Italië een hand had in het uitstippelen van de zogenaamde Strategie van de Spanning. Hij had een militaire opleiding gekregen in Sandhurst, werkte later als financieel analist voor het New Yorkse bedrijf W. R. Grace en ging in 1983 zes maanden aan de slag bij president Reagan. Daarna ging hij in dienst bij Booz Allen Hamilton, een gerenommeerde commerciële denktank die sterke banden heeft met de CIA en NSA.” Er zijn uiteraard zeer sterke banden tussen het Luxembugse Hof en het Belgische.

En in Laken lusten ze ook wel een communist rauw. Tussen 12 en 16 november 1970 vindt er in Brussel een conferentie plaats over de spanning tussen het communisme en de vrije wereld. De vergaderingen worden georganiseerd door de Anti-Bolshevik Bloc of Nations (abn) en de European Freedom Council (efc).

Aanwezigen zijn onder anderen prins Albert van België, Otto von Habsburg, de Spaanse minister van Informatie Sanchez Bella, Franz Josef Strauss en verscheidene parlementaire vertegenwoordigers uit diverse landen. De aanwezigheid van Albert is intrigerend. Het virulente anticommunisme van Boudewijn, Albert en 'onderkoning' Van Ypersele is gekend.

Bende van nijvel Bommeleeër

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken