Sebastiaan Van Severen, de assistent en doctoraatsonderzoeker achter de Twitteraccount Schuld & Vrienden, heeft eerder een dubbele klacht ingediend tegen Dries Van Langenhove en onbekenden voor laster en doodsbedreigingen.
Concreet bevat het dossier dus 2 elementen: A. laster (artikel 443 SW) en B. bedreigingen met een aanslag op personen zonder bevel of voorwaarde (artikel 327, lid 2 SW) en andere samenhangende misdrijven die aan het licht zouden komen in het strafonderzoek.
In het verslag dat op de site van de Kamer werd gepubliceerd, staan interessante zaken. Aangezien de informatie publiek is, mogen we integraal citeren.
“Dit gerechtelijk onderzoek was geopend ingevolge een klacht met burgerlijke partijstelling, op 11 juni 2019 neergelegd door de heer Sebastiaan Van Severen, assistent en doctoraatsonderzoeker aan de UGent, geboren te Dendermonde op 12 juni 1992, ingeschreven te 9200 Dendermonde, Oude Vest 172/002, tegen de heer Dries VAN LANGENHOVE en onbekende wegens laster en bedreigingen te 9000 Gent en/of elders in het Rijk, in de periode van 30 mei 2019 tot datum burgerlijke partijstelling.
De feiten die aan het verzoek ten grondslag liggen, kunnen als volgt worden samengevat:
De heer Sebastiaan Van Severen is assistent en doctoraal onderzoeker aan de UGent sinds december 2017.
In maart 2018 onthult hij via een Twitteraccount onder de naam ‘Schuld & Vrienden’ interne informatie over de beweging Schild & Vrienden. Anonieme gebruikers van een internetforum achterhalen evenwel snel de identiteit van de persoon achter dit Twitteraccount.
Kort daarop deelt de heer Van Langenhove op zijn eigen Facebookpagina een op een online-informatieforum verschenen artikel waarin de heer Van Severen ervan beschuldigd wordt persoonsgegevens te hebben verspreid van studenten die bij de beweging Schild & Vrienden aanleunen (‘doxing’).
De heer Van Severen krijgt van dan af (naar eigen zeggen, red.) te maken met doodsbedreigingen en verwijdert uiteindelijk al zijn socialemediaprofielen.
Op 11 juni 2019 dient de heer Van Severen tegen de heer Van Langenhove en tegen onbekende een klacht in wegens doodsbedreigingen en laster.
De procureur des Konings van het parket van Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, vordert de buitenvervolgingstelling voor de tenlastelegging A (laster: artikel 443 van het Strafwetboek) om de volgende redenen:
De materiële bestanddelen van het misdrijf laster zijn bewezen. De heer Van Langenhove beschuldigt de heer Van Severen publiek van een aantal feiten, zoals het verspreiden van privégegevens van mensen door misbruik van zijn functie op de UGent, die volgens het onderzoek niet bewezen zijn. Het moreel bestanddeel, zijnde het bijzonder opzet, is echter niet bewezen.
Twijfel moet gelden in het voordeel van de verdachte.
Naar aanleiding van zijn verhoor stelde de heer Van Langenhove immers dat hij overtuigd was van het feit dat de burgerlijke partij wel degelijk de feiten waarvan hij hem beschuldigde had gepleegd.
De procureur des Konings van het parket van Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, vordert tevens de buitenvervolgingstelling voor de tenlastelegging B (bedreigingen met een aanslag op personen zonder bevel of voorwaarde: artikel 327, tweede lid, van het Strafwetboek) om de volgende redenen:
Er bleken naar aanleiding van het onderzoek geen strafbare bedreigingen te zijn geuit door de heer Van Langenhove aan het adres van klager.
Voor schriftelijke bedreigingen zonder bevel of voorwaarde is immers onder meer vereist dat er gedreigd wordt met een misdrijf waarop een criminele straf is gesteld, zijnde dus een misdaad, zoals bijvoorbeeld iemand doden. Schriftelijke bedreigingen zonder bevel of voorwaarde zijn niet strafbaar als er gedreigd wordt met feiten die een wanbedrijf uitmaken, zoals iemand slaan. Mondelinge bedreigingen zijn nooit strafbaar zonder bevel of voorwaarde."
In mensentaal komt het er dus op neer dat de procureur oordeelt dat de dubbele klacht van de heer Van Severen ongegrond is. De Kamer oordeelt binnenkort over het opheffen van de onschendbaarheid van het Kamerlid in deze zaak.