We hebben het nieuws van een betrouwbare bron: Filip en Mathilde zijn gisteren iets gaan kopen in een apotheek. Normaal gezien sturen ze een medewerker op pad, maar die medewerker was zelf ziek, dus moesten Filip en Mathilde zelf winkelen.
Volgens onze bron was vooral Filip onwennig in de apotheek. “Hij keek zijn ogen uit en stelde honderduit vragen aan Mathilde”, vertelt onze betrouwbare bron.
Op een bepaald ogenblik wees Filip naar de doosjes met latex voorbehoedsmiddelen. De koning der Belgen vroeg aan zijn echtgenote waarvoor die medicijnen dienden. “Dat zijn geen medicijnen, Filip”, antwoordde Mathilde geduldig. “Dat zijn dingetjes die je aan je plassertje vastmaakt om geen kindjes te maken.”
Volgens onze bron keek Filip toch maar vreemd na dit antwoord. Onze bron hoorde hem monkelen dat zij dat probleem nooit gehad hebben aangezien ze nooit het bed gedeeld hebben.
Volgens onze bron vroeg Filip aan de apothekeres of ze haar beroep leuk vond. “En vindt u het leuk om die dingetjes te verkopen die aan de plassertjes van mannen vastgemaakt worden?” De apothekeres vertelde dat de marges op die producten behoorlijk goed zijn en dat ze die dingetjes dus wel graag verkocht.
Filip keek tevreden naar Mathilde. “Als ik geen koning geworden was, dan zou ik graag apotheker zijn,” zei hij. “Alle dagen van die dingetjes verkopen, dat lijkt me wel leuk.” Mathilde vertelde hem dat hij ook wel andere zaken zou moeten verkopen en dat hij daar een diploma voor nodig zou hebben. Dat begreep Filip niet goed. En bovendien had Filip toch die andere droom: buschauffeur worden. Mathilde: “Nu wil je plots apotheker worden, maar toen je als prins bij de VDAB langsging, vertelde je daar toch dat je buschauffeur wilde worden. Wat is het nu?”
Onze bron merkte dat Mathilde haar geduld een beetje aan het verliezen was, zoals een ouder af en toe zijn geduld verliest met een vervelend kind. Filip had zijn antwoord al klaar. ”Ik kan beide jobs toch combineren? Ik zie elke dag politici die 3 of zelfs 4 jobs hebben, dan moet het voor mij toch mogelijk zijn om dingetjes te verkopen en vervolgens een bus te besturen?” De apothekeres stond erbij en keek ernaar. Ze bleef wel beleefd en vriendelijk. Ze dacht aan de marges op de dingetjes...