Van Aert: “Ik ga niet niet antwoorden op deze k*kvraag”
De Tour de France heeft Wout van Aert een bijnaam opgeleverd: de Hulk. Je weet wel, die groene bovenmenselijke krachtpatser. De Tour 2022 is zonder enige twijfel in de eerste plaats de Tour van van Aert. Meermaals zat vriend en vijand met verstomming te kijken de ene tour de force na de andere. Aanvallen vanaf de eerste minuut in de bergrit naar Hautacam, bijvoorbeeld. “Het ziet groen en het rijdt een berg op”, zei José de Cauwer al grappend. Bij de tijdrit paste hij zijn grap aan: “Het is groen en het rijdt een tijdrit.”
Nu goed, de rit naar Hautacam schat van Aert zelf in als zijn meest indrukwekkende prestatie. Het is inderdaad du jamais vu dat een groene trui de bolletjestrui binnen kan halen. Het was meesterlijk hoe hij aan het eind Vingegaard op sleeptouw neemt, Pogacar eraf rijdt en – misschien nog het strafste van al – vervolgens als derde over de streep rijdt, 2.10 minuten na Vingegaard. We zagen vroeger Hinacapie Lance Armstrong in een knechtenrol een berg op helpen rijden. Maar die Hinacapie kwam – eenmaal gelost – daarna goed vijftien later binnen.
Dan rijst de vraag of van Aert ooit zelf kan winnen. Maar dan rijst ook de vraag die gisteren op de persconferentie werd gesteld: “Kunnen we je vertrouwen.”
“Ik ga niet niet antwoorden op deze kakvraag”, zei van Aert gepikeerd. “Die blijkbaar altijd weer moet terugkeren voor de renner en de ploeg die de Tour naar zijn hand zet. Veel zin om erop te reageren heb ik niet.”
Maar de journalist drong aan. “Vingegaard vond het anders geen kakvraag, maar vond het een gewone vraag.”
Van Aert: “Dus, omdat we drie weken lang op heel hoog niveau hebben gepresteerd, moeten we onszelf plots verantwoorden. I don’t get it. Dat begrijp ik niet goed. We werken hier keihard voor, gaan op stage, bereiden deze Tour tot in de puntjes voor. Het wielrennen is veranderd, weet je. We worden ook uitvoerig getest, zelfs thuis. Het is ook niet dat we uit het niets komen. We zijn als team enorm geëvolueerd de voorbije jaren. En ikzelf ook als (grote)ronderenner sinds de Tour van twee jaar geleden.”