Begin 2003 viel topadvocaat Bavo Cool (°1932) in de open haard van zijn riante woning in Vollezele. Hij werd later verkoold gevonden door zijn poetsvrouw. Opmerkelijk: Cool - zoon van de legendarische leider Gust Cool van de christelijke arbeidersbeweging - was lang lid geweest van de Brusselse vereniging Cercle des Nations.
En dan is er Ronald Rossignol. In de zomer van 1997 voert het Brugse gerecht een onderzoek naar een aantal bedrijven gelinkt aan Rossignol die op de luchthaven van Oostende gevestigd zijn. Het gerecht vermoedt dat verscheidene van deze bedrijven betrokken zijn bij wapenhandel. Ook Rossignol was ooit lid van de Cercle des Nations. De Tijd brengt hem ook in verband met zijn zakenrelatie Claude Dubois die een bedenkelijke rol in het Bende-dossier zou gespeeld hebben.
Volgens het onderzoekscentrum GRIP leverde Rossignol tussen 1996 en 1999 vanuit Oostende wapens aan Rwanda, aan rebellen in Sierra Leone, Liberia en later aan Congolese opstandelingen.
Trends in 2008: “In 2000 week Rossignol uit van Oostende naar de luchthaven van Charleroi, maar daar zou hij sinds de komst van Ryanair niet meer actief zijn. Hij zou in Slowakije wonen en deed de voorbije jaren vanuit Kenia transporten met een Boeing 727. Onlangs werd hij opgemerkt in Louvain-la-Neuve, waar zijn dochter studeert. Vorige zomer werd Rossignol door de financiële sectie van de gerechtspolitie van Charleroi ondervraagd wegens frauduleuze verkoop van vliegtuigtickets naar Kinshasa.”
Volgens sommigen kan de rol van die Brusselse Cercle des Nations niet onderschat worden.
Op 3 april 1969 werd in Brussel die Cercle des Nations opgericht. Die exclusieve kring wou een ontmoetingsplaats zijn voor ambassadeurs, zakenlui, politici en andere hoogwaardigheidsbekleders die actief waren in de hoofdstad van Europa. In de praktijk werd het prachtige pand aan de Rooseveltlaan een clublokaal voor al wat in Brussel rijk en zeer rechts was. De vereniging werd geleid door een aantal gewezen studenten van Leuven, afkomstig uit vermogende families.
Auteur Klaartje Schrijvers in De Morgen: “De Cercle des Nations wilde van Brussel het Manhattan van Europa maken - onder meer de bouw van de Manhattantorens in de Brusselse Noordwijk is daar beklonken met projectontwikkelaar Charly De Pauw. Verschillende bedrijven hebben in de Cercle lucratieve deals met elkaar gesloten. De bedrijfswereld beïnvloedde er de politieke besluitvorming en omgekeerd. En wie anders dan Vanden Boeynants belichaamde precies die verstrengeling tussen politiek en economie?”
Aan de katholieke Alma Mater hadden de oprichters met lede ogen moeten aanzien hoe de kinderen van ‘meiden en knechten’ de collegezalen inpalmden, hoe geestelijken hun traditionele gewaden en riten overboord gooiden en hoe de Franstalige afdeling gedwongen werd Leuven te verlaten. In hun voordrachten zongen ze lof van gespierde politieke regimes, zoals dat van de Griekse kolonels.
De Cercle des Nations werd dus ingehuldigd op initiatief van de Nederlander Richard Van Wijck, samen met zijn vroegere studiemakkers aan de universiteit van Leuven: Paul Vankerkhoven, Robert A. Remy (hoofdredacteur van het blad l’Eventail), Jacques Jonet en Vincent Van den Bosch, tezamen met nog een aantal andere vrienden.
De bedoeling van de Cercle des Nations was een geprivilegieerde (lees discrete) ontmoetingsplaats te creëren tussen figuren uit de financiële en politiekewereld en de media, met als objectief de internationale roeping van Brussel te promoten. Dit moest verwezenlijkt worden dankzij internationale culturele, diplomatieke en economische contacten in Brussel. Wat men wilde was van Brussel het meest dynamische Europese en zelfs mondiale centrum maken.
Zo berichtte l'Eventail over een lezing gehouden op 9 oktober 1974 in de salons van de Cercle des Nations, door de zeer rechtse en royalistische historicus Jo Gérard. De lezing waarin Gérard volgens l’Eventail met veel brio het Karolingische tijdperk had besproken, was gewijd aan de geschiedenis van België. Charlemagne was voor Jo Gérard naast één der grootsten der aarde de eerste geweest die een heldere visie had over wat een eengemaakt Europa moest zijn: een Europa zonder grenzen en een christelijk Europa. Karel de Grote duikt in dit verhaal ook steeds opnieuw op.
Reeds bij Coudenhove-Kalergi zagen we zijn adoratie voor het Karolingische tijdperk. Ook Florimond Damman doopte zijn internationale diners de "Charlemagne-diners". En in 1978 richtte Otto von Habsburg de Cercle Charlemagne op, met als mecenas Alain de Villegas. Zoals vele leden van de Cercle des Nations geloofde Otto von Habsburg dat de geschiedenis van Europa voortvloeide uit het rijk van Karel de Grote.
Paul Vanden Boeynants trad toe tot het erecomité van de Cercle. “De Cercle des Nations? Ik ben daar, als ik mij niet vergis, een keer gaan dineren. O ja, en ik ben er ook eens naar een toespraak van Jacques Chirac gaan luisteren.” Vreemd. Serge de Ceuninck, een van de beheerders van de Cercle, heeft tijdens een fraude-proces waarin hij samen met enkele andere bestuurders van de club terecht stond, verklaard dat VDB er om de haverklap binnenviel.
De volgende figuren uit de Europeïstische organisaties waren volgens Schrijvers lid van de Cercle des Nations: Florimond Damman, Jack de Spirlet, Vincent Van den Bosch, Paul Rohr (AESP, Cercle de Politique Etrangère), Paul Vankerkhoven (AESP, MAUE, CEDI), Jean Violet (AESP, CEDI), Jacques Van Offelen (AESP, MAUE), Bernard de Marcken de Merken (AESP, MAUE), Benoit de Bonvoisin (AESP, MAUE) Albert Dupuis (AESP, MAUE), Jacques Jonet (AESP, MAUE), Adelin van Ypersele de Strihou (AESP, MAUE), Luc Beyer de Rijke (MAUE), Paul Vanden Boeynants (AESP), Aldo Mungo (AESP), Jean de Marcken de Merken (MAUE), Robert A. Remy (MAUE), Jo Gérard (Cercle de Politique Etrangère), Gérard Hupin (Cercle de Politique Etrangère), graaf Thierry de Limburg Stirum (CEDI), Paul de Launoit (CEDI) en Jacques-Henri Pirenne (CEDI).
Een goed ingevoerde bron die het dossier van de Bende van Nijvel goed kent: "Ook Freddy Estenne was lid van de Cercle des Nations." Estenne is een halfbroer van Leopold III of Albert II en deed de financiële zaken voor de Coburgs. Zo stond Estenne ondermeer in contact met Jean-Pierre Van Rossem.
Vertegenwoordigers van bedrijven zetelen ook in de Cercle. Naast de grote bedrijven als Securitas, de MIVB, Banque Bruxelles-Lambert, ESSO,Mercedes-Benz, BP, Union Minière, World Trade Centre (met natuurlijk Alain, Charlie en Patrick De Pauw als vertegenwoordigers in de Cercle), Philips, Société Générale, Electrobel, Texaco, Distrigaz, Bank of America, IBM, Raffinerie Tirlemontoise (baron Paul Kronacker), Solvay, Olivetti, Randstad, Banque Paribas, Fiat, American Express, Nippon European Bank, Siemens, Sabena en Sobelair (Aldo Vastapane onder meer beheerder van de Skyshops op de luchthaven), Unilever en Shell zijn hier ook het vermelden waard Ragheno Beherman Auto-Transport (Joseph Léon Beherman) en ASCO (Roger Boas).
Anderhalve maand na de oprichting van de Cercle des Nations, werd de World Trade Center Club of Brussels boven de doopvont gehouden. VDB, inmiddels benoemd tot schepen van Openbare Werken van Brussel, werd er de voorzitter van. Dat clubje was dan weer bedoeld als steuncomité voor de megalomane plannen van de toenmalige immobiliënkoning Charlie De Pauw, CDP voor de vrienden. De Pauw was goed bevriend met prins Albert, de latere Albert II.
Klaartje Schrijvers: “De club [Cercle des Nations] werd in 1969 opgericht en bundelde de belangrijkste industriële/financiële elite van België en daarbuiten, maar van uiterst rechtse signatuur. Dat die zogenaamde professionele club duidelijk ook een politieke agenda had, blijkt uit het lidmaatschap van gelijkgezinde belangrijke ambassadeurs uit de diverse uithoeken van de wereld die in Brussel verbleven. De aanwezigheid (in 1980 weliswaar) van Owen Booysen voor Zuid-Afrika en van Mohamed Charara voor Saoedi-Arabië was niet onschuldig, en getuigde van een duidelijke ideologie in de Cercle des Nations. Andere leden waren Jose-Maria Alvarez de Toledo voor Argentinië, Joseph Donato voor Libanon, Pablo Dermizaky Peredo voor Bolivië, Ramiro Andrade voor Colombië, Kun Park voor de Republiek Korea, Ghazi Al-Tajir voor de Verenigde Arabische Emiraten en Zine El Abidine Sebti voor Marokko.”
Dat World Trade Center moest van Brussel de echte hoofdstad van Europa maken en de welig tierende prostitutie uit het Noordkwartier verbannen. Al in 1969 werden de eerste buurtbewoners, onder wie wellicht talloze VDB-kiezers, uit hun woningen gedreven.
Maar het oorspronkelijke plan is nooit helemaal gerealiseerd en de hoeren zijn gebleven. Aanvankelijk verloopt alles zoals gepland. Maar dan stort de Brusselse immobiliënmarkt in elkaar. De Pauw moet dringend op zoek gaan naar geld om zijn project te kunnen afwerken. De PS’er Guy Mathot is van 1977 tot 1980 minister van Openbare Werken. Tijdens zijn ambt ontmoet hij de Brusselse immobiliënkoning.
In 1979 klopt De Pauw aan bij Mathot, die verantwoordelijk is voor de huisvesting van de administratie van Openbare Werken. De zaak wordt geregeld, Openbare Werken zal tot het jaar 2006 de hele derde WTC-toren huren voor een miljoen frank per dag. Geen enkel lid van de regering maakt bezwaar als Mathot zijn voorstel voorlegt aan de ministerraad.
Volgens sommigen moeten we de sleutel van de Bende van Nijvel zelfs zoeken in die Cercle des Nations. Tussen verschillende slachtoffers van de Bende van Nijvel blijken immers financiële banden te bestaan en mogelijk gaan die allemaal terug tot de omgeving van oud-premier vanden Boeynants. Dat verklaarde substituut Godbille van Nijvel voor de Bendecommissie.
Een zevental bendeslachtoffers zouden betrokken zijn in witwassen en trafieken van wapens, drugs, diamanten en edele metalen. Godbille legde in openbare zitting uit hoe een crimineel netwerk zich toegang had verschaft tot de omgeving van enkele prominenten. De aanslagen van de bende zouden mogelijk afrekeningen geweest zijn in dat milieu. Op die piste zou volgens de substituut nooit een doorgedreven onderzoek zijn gevoerd. De trafiek en witwasoperaties draaien rond drie firma's: de ondertussen ter ziele gegane Banque Copine, het vleestransportbedrijf van VdB, Euromeat en nog enkele medische laboratoria.
Léon Finné, die in 1985 door de bende in Overijse werd vermoord, was ooit filiaalhouder van de Banque Copine en zou betrokken zijn bij illegale geldtransfers van Congo naar Luxemburg. Ook zou hij contacten hebben gehad met de wapenhandel.
De bank was bovendien verbonden met North Europe Insurance & Reinsurance. Aandeelhouders Vastapane en De Pauw behoren tot de kenniskring van VdB. Beheerder Ronald Rossignol (eerder genoemd in dit stuk) op zijn beurt had aanzienlijke sommen geleend van Jacques van Camp, gewezen architect uit de groep Blaton, maar in de horeca gestapt. In zijn restaurant waren VdB en rijkswachtgeneraal Beaurir regelmatige klanten. Van Camp werd in oktober '83 door de bende doodgeschoten. Via de fiducaire Office de Représentation Fiscale, Blaton was daar klant, kende van Camp José vanden Eynde, die in december '82 door de bende werd vermoord.
In de witwasoperatie speelde ook de trafiek van diamanten en edele metalen een belangrijke rol. Volgens bronnen waren het diamantairsechtpaar Szymusik en de taxichauffeur Constantin Angelou, allen in '83 vermoord, bij die trafiek betrokken. Ook Elise Dewit en haar partner Jacques Fouez, september '83, waren bekenden uit het milieu rond VdB. Dewit werkte ooit bij de Brusselse notaris Lefère en ontvreemdde de gewestplannen van de rakettenbasis Florenne. Aan die installatie ging een grondspeculatie vooraf. Lefère stelde bovendien de notariële akte op van het World Trade Centre, een project rond De Pauw en VdB, en van Euromeat, het vleestransportbedrijf van VdB, dat in '80 door de rijkswacht werd doorgelicht wegens mogelijke drugstransporten in diepgevroren vlees.
Een ander slachtoffer in november '83 was Paul Cams, eigenaar van een aantal klinische labo's en nam het hotel-restaurant Carlton over, de pleisterplaats van VdB, De Pauw en de Brusselse jetset. Cams wilde er een casino oprichten. In zijn agenda werd het adres van Euromeat teruggevonden. Zijn dood werd nooit aan de bende toegeschreven. Maar volgens De Tijd speelt Cams een prominente rol in het verhaal van Godbille.