Vrouwen aan de top.
Het nationale vrouwelijke voetbalelftal, de ‘Red Flames’, hebben zich voor de eerste keer ooit geplaatst voor de kwartfinales van een groot toernooi: de EK-kwartfinale. Dan schrijf je geschiedenis. Het was pompen tot de laatste minuut tegen Italië, maar de enige goal van Tine De Caigny was voldoende. In de kwartfinales treffen ze vrijdag Zweden. Dat is op papier de sterkste ploeg van het toernooi, maar er kwam goed slecht nieuws van het Zweedse kamp. Twee speelsters en 1 lid van de technische staf hebben een positieve sneltest afgelegd. PCR-tests moeten voor meer duidelijkheid zorgen bij de volgende tegenstander van de Red Flames.
Voor de tweede nagelbijter van de avond zorgde Nafi Thiam. Zij is voor de tweede keer in haar loopbaan wereldkampioen zevenkamp geworden. Het zilver was voor de Nederlandse Anouk Vetter. Thiam had zondag in het tweede onderdeel, het hoogspringen, de leiding genomen, maar was maandag in het speerwerpen, het voorlaatste onderdeel, voorbijgegaan door Vetter. Dat betekende dat ze in de afsluitende achthonderd meter 1”4 seconde sneller moest zijn dan de Nederlandse.
Thiam had een beter persoonlijk record op de 800m (2:15.24) dan Vetter (2:17.71). “Ik was heel nerveus want het was een ongewone situatie voor mij”, zo omschreef Thiam haar emoties. “Meestal ben ik het die jaag. Maar stresserend is het altijd. Een strategie had ik niet. Ik ging me niet in haar spoor zetten en dan op het einde sprinten of zo. Ik wou m’n eigen race lopen. Zo snel als ik kon. Als het niet volstond, dan was het maar zo, maar dan kon ik mezelf niets kwalijk nemen. En ik hèb alles gegeven wat ik had.” Dat lukte met verve. Ze finishte als vijfde in een persoonlijk record van 2’13”00 en liet Vetter daarmee zeven seconden en negen honderdsten achter zich.