Van wie niet ter plaatse kan betalen, wordt de auto in beslag genomen.
Buitenlandse chauffeurs die betrapt worden op rijden onder invloed moeten binnenkort diep in de buidel tasten. "Ze zullen ter plekke een flinke som van 1.260 euro moeten neertellen," vertelt bevoegd minister Gilkinet (Ecolo)
Voor Belgische bestuurders betekent zwaar boven de limiet blazen of onder invloed van verdovende middelen verkeren, doorgaans een rijverbod, een verwijzing naar de rechtbank en mogelijke veroordelingen met het risico op intrekking van het rijbewijs en aanzienlijke geldboetes. Echter, voor diegenen zonder vaste stek in België viel er tot voor kort weinig te vrezen.
Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet vond dat een vorm van "feitelijke straffeloosheid" en kondigt daarom een reeks nieuwe maatregelen aan. "Deze maatregelen herstellen een onrechtvaardigheid tussen Belgische en buitenlandse bestuurders," stelt hij. "Het oude systeem kon niet garanderen dat de sancties effectief zouden zijn tegen overtreders. Vanaf nu ontspringen ze de dans niet meer."
In de praktijk komt het neer op een directe betaling van 1.260 euro aan de politie, ter plaatse te voldoen via bankkaart, QR-code, of desnoods contant geld. Wie niet onmiddellijk over dit bedrag beschikt, ziet zijn voertuig in beslag genomen worden.
Dit systeem bestond al voor buitenlandse chauffeurs met meer dan 1,5 promille alcohol in hun bloed, maar wordt nu uitgebreid naar positieve drugstesten of alcoholpromillages vanaf 1,2 promille.
Opmerkelijk is dat het bedrag nu wordt aangeduid als een "borgsom" in plaats van een onmiddellijke inning. Hierdoor behoudt de politierechter de bevoegdheid om later zwaardere straffen op te leggen, vergelijkbaar met de situatie voor Belgische bestuurders. De borgsom geldt eveneens voor buitenlandse chauffeurs die betrokken zijn bij meerdere overtredingen. Voorheen was er voor hen een plafond van 866 euro aan onmiddellijke inningen. Door het invoeren van een borgsom kan dit bedrag verhoogd worden.
Gilkinet heeft het ontwerp van het koninklijk besluit doorgestuurd naar de gewestregeringen en zal het vervolgens voorleggen aan de Raad van State, met als doel om het in 2024 van kracht te laten gaan.