Dat is toch wat we kunnen besluiten aan de hand van deze foto’s.
Sergio Marchionne, de CEO van Fiat-Chrysler, had gehoopt dat de nieuwe Alfa Romeo Giulia als hete, versgebakken pizza’s over de toonbank zou gaan en daarmee het succes van de 156 zou evenaren. De Giulia verkòòpt ook, maar toch blijft het bijzonder hard zoeken om een exemplaar in het wild te spotten.
Misschien heeft men bij Alfa Romeo toch één en ander verkeerd aangepakt. Ten eerste is de prijs van de Giulia premium, terwijl-ie qua afwerking toch net niet aan Duitse Gründlichkeit kan typen. Ten tweede is de dieselversie een 2.2-liter, terwijl de concurrentie in die klasse 2-liters verkoopt, die bijgevolg qua belastingen iets budgetvriendelijker zijn. Ten derde: de benzine-instapper heeft 200 paardjes onder de kap, wat de minder sportieve Jan-met-de-pet misschien toch afschrikt. Ten vierde: wie een handgeschakelde benzine wil, die moet het stellen met de 510 pk sterke QV-versie. Ten vijfde: die benzine-instapper liet wel héél lang op zich wachten, terwijl-ie al lang aangekondigd was. Heel wat wachtenden – waaronder ondergetekende – sleepten hun heilige koe dan maar uit een andere merkstal.
Maar goed, Alfa Romeo heeft met de Giulia wel een bloedmooi kunstwerk op wielen gemaakt. Dat én het feit dat-ie vrij zeldzaam is, maken het uiterst jammer dat een exemplaar sneuvelt. Zoals onderstaande QV, die wel een keer of twintig overkop lijkt gegaan te zijn. Zo’n beetje het enige aan de koets dat onbeschadigd bleef, is de voorruit. En dat is op zich toch ook bewonderenswaardig! (SL)