Van 58 tot 1.260 euro boete: dit zijn de pijnlijkste boetes voor zwakke tweewielers.
De waakhonden van de veiligheid gedragen zich niet alleen voor automobilisten als regelneven, maar richten ook hun pijlen op fietsers. De Belgische staatskas wrijft zich stiekem in de handjes. Braaf zijn, of betalen. Want wie stout is, is een gevaar op de weg, is de redenering. Deze vijf overtredingen – en hun boetes – kan je maar beter kennen.
1. Fietsen onder invloed
Fietsers moeten zich net als automobilisten aan de alcoholgrens van 0,5 promille houden. Anders riskeer je een boete van 105 tot 1.260 euro. In 2022 waren er 350 letselongevallen met fietsers onder invloed, wat aantoont dat fietsen met een borrel op levensgevaarlijk is.
2. Onrechtmatig gebruik van voorrang.
Gebruik jij als fietser een zebrapad om over te steken? Mag niet: je hebt pas voorrang als je afstapt en als voetganger oversteekt. Aan een fietsoversteekplaats heb je als fietser ook geen voorrang. Als je onrechtmatig voorrang neemt, riskeer je een boete van 116 euro. Op een doorgemarkeerd fietspad heb je wel voorrang, maar alleen daar.
3. Regels in de fietszone
In een fietszone mag je als fietser de hele breedte van de rijbaan gebruiken als het een eenrichtingsstraat is, en de helft ervan in een tweerichtingsstraat. Niemand mag sneller dan 30 km/u rijden en gemotoriseerde voertuigen mogen fietsers niet inhalen. Vergeet echter niet de standaard voorrangsregels: geen voorrang verlenen aan wie van rechts komt, levert je een boete van 116 euro op.
4. Foutief gebruik van de rijbaan
Fietsers moeten zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan rijden en afstand houden van geparkeerde wagens. Fiets je tegen de richting in, dan bega je een overtreding van de eerste graad en kan je een boete van 58 euro verwachten.
5. Technische gebreken aan je fiets
Je fiets moet goed werkende remmen hebben, een hoorbare bel en reflectoren voor en achter. Bovendien moet je tussen zonsondergang en zonsopgang, en bij slecht zicht, een voor- en achterlicht gebruiken. Let wel: niet zomaar gebruiken: “Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag (en in alle omstandigheden waarin het niet mogelijk is om duidelijk te zien tot een afstand van 200 meter) moet je voor- en achteraan een niet-verblindend vast of knipperlicht gebruiken. Het rode achterlicht moet bij helder weer op minstens 100 meter afstand zichtbaar zijn.” Niet voldoen aan deze eisen betekent een boete van 58 euro.
Nu nog een fietspolitie in het leven roepen, en de wereld is alweer een beetje… Vul zelf maar in.
(Foto: Pixabay)
