Kiezen is verliezen.
Eerder besliste van Aert al om eind juni de BK-tijdrit (23 juni) te laten vallen. Nu zou hij ook passen voor het WK-tijdrijden. “De conclusie na vorig jaar is dat ik misschien een keuze moet maken tussen de wegrit of de tijdrit op het WK. En dan ga ik voor de wegrit. Mijn najaar zal toegespitst zijn op eendagskoersen en zo’n tijdrit bereid je het best voor met uitsluitend training. Die keuze is nog niet definitief. Ik heb er met de ploeg over gesproken, maar we hakken die knoop pas door na de Tour”, vertelt Wout van Aert vanop de hoogtestage in Sierra Nevada tegen 'Pro Cycling Magazine'.
Kiezen is verliezen, maar in dit geval misschien ook winnen. Het is verleidelijk als ‘alleskunner’ om alles te willen, maar zelfs iemand met de goddelijke status van van Aert moet op een bepaald moment fysieke beperkingen aanvaarden. Van Aert wil alles op de wegrit in Wollongong zetten en is bereid daarvoor de tijdrit op te offeren.
Tijdrijden is niet hetzelfde als een gewone koers rijden. Tijdrijden op topniveau is een extreem gedetailleerde specialisatie en vereist een hele andere voorbereiding. Van Aert werd de voorbije twee jaar telkens tweede op het WK tijdrijden na Filippo Ganna. Vorig jaar kwam hij amper zes seconden te kort voor de regenboogtrui. Een week later merkte Van Aert echter dat de ultieme voorbereiding op de wegrit wat verstoord werd door het toeleven naar de tijdrit. Logisch dus dat hij keuzes wil maken. Niet dat tijdrijden volledig van het menu is. Elke grote ronde serveert wel een tijdrit. De tijdritten in de Dauphiné (8 juni) en de Tour (1 juli) zijn de komende weken grote doelen. Tijdens de hoogtestage in Sierra Nevada traint Van Aert om de vier dagen op de tijdritfiets.