Wat een Brits onderzoek eerder al aan het licht bracht, wordt nu bevestigd door een Vlaamse specialiste…
Toen we op 1 april het verhaal van B. – de lichtekooi die na corona-besmetting gewoon weer aan het werk ging – brachten, dachten sommige lezers dat het een nogal foute 1 april-grap was. Dat was het echter niet…
We kregen ook enkele reacties van andere jongedames van plezier, die ons lieten weten dat zij wél afstand hielden, en zolang de coronacrisis duurt hun kost verdienen met webcammen. Kim wilde haar verhaal aan ons kwijt.
“Dat B. beweert dat er niks te verdienen valt met webcammen, dat is gelogen”, vertelt ze. Natuurlijk verdien je er minder mee, maar als je in deze tijd in onze branche nog voor het grote geld gaat met fysiek contact, dan ben je een levensgevaarlijke egoïst.”
“Ik vraag vijftig euro voor een half uurtje webcammen, negentig euro voor een uur. Ik heb zo een vier à vijf klanten per dag, wat ik meer dan genoeg vind.”
Of het enkel vaste klanten zijn? “Daar waar ik normaal advertenties plaats met mijn ‘normale’ diensten, doe ik dat nu met mijn webcamdiensten. En ik moet zeggen: ik heb nu een heel ander cliënteel. Blijkbaar zijn er heel wat mannen die de lockdown eenzaam en alleen beleven, en die – naast virtuele intimiteit – ook een luisterend oor zoeken, om even tegen te kunnen ventileren. Je zou ervan versteld staan. Mannen die een uur nemen, die willen meestal gewoon babbelen. In de meeste gevallen gaat het dan over corona. En dan pas in de laatste vijf minuten willen ze ook nog snel hun kwakje kwijt.” (lacht).
Of ze nog iets kwijt wil tegen ons? “Nee. Of toch. Waarom moeten venten zo vaak liegen over het formaat van hun gereedschap? Wanneer je ze bezig hoort, hebben ze allemaal een kanon van twintig centimeter. Toch ben ik die nog maar zelden tegengekomen. En geloof me: ik heb in mijn leven al heel wat piemels gezien. Duizenden. En negentig procent daarvan zit ergens tussen de tien en de vijftien centimeter. Dàt is de echte gemiddelde lengte. Een die groter is dan vijftien centimeter, dat noem ik een flinke jongen.”
“Natuurlijk heb ik ook al wel eens flink geschapen klanten gehad, maar eerlijk? Die genieten niet echt mijn voorkeur. Ten eerste omdat het soms pijnlijk is, ten tweede omdat een echte grote meestal niet echt hard wordt, wat de penetratie bemoeilijkt.”
“De grootste die ik heb gezien, die was denk ik een centimeter of vijfentwintig. En zo dik als een colablikje. Toen ik tegen die jongen zei dat meer dan een handje helpen er niet inzat voor hem, reageerde hij plots heel erg emotioneel. Hij was 28 en nog maagd. Blijkbaar was hij nog niemand tegengekomen die het met hem aandurfde.”
Waarom ze die irrelevante informatie toch wilde vertellen? “Omdat ik vind dat mannen maar eens moeten stoppen met overdrijven.” Tja, dat weten we dus ook alweer.