Een godin uit de Griekse mythologie.
Want jawel: Toyota’s kleinste heet bij ons Yaris. Wat dan weer afgeleid is van Charis, en dat was een godin in de Griekse mythologie. In sommige andere delen van de wereld gaat-ie dan weer door het leven als Toyota Vitz.
De eerste indruk
Daar waar de vorige generaties Yaris er nog saaie bommawagens uitzagen, velt deze erg leuk op het netvlies. Zijn koplampen kijken je alert aan, met zijn brede schouders ziet hij er een echte krachtpatser uit. Ons testexemplaar is een GR Sport-versie, die de sportieve lijnen nog wat extra in de verf zetten.
Ook binnenin is de Yaris erg netjes. Het interieur oogt minder frivool dan de buitenkant, maar op ergonomisch vlak valt alles op z’n plek. De stoelen zitten prettig. Hier en daar wordt er gebruik van gemaakt van hard plastic wat een beetje goedkoop aanvoelt en oogt, maar er zijn wagens in hogere (prijs)categorieën die het op dat vlak niet beter doen.
Onder de koets
Daar woont een 1.5-liter grote, natuurlijk ademende driecilinder die 91 paardjes produceert. Die wordt bijgestaan door een elektromotor. De gebundelde krachten, die samen 116 pk vormen, gaan via een traploze automaat richting de voorwielen.
Het rijden
De Yaris Hybrid sprint in 9,7 seconden van nul naar honderd kilometer per uur. Als je het gaspedaal blijft vloeren – wat we niet uitgetest hebben – zou de naald stoppen met klimmen bij 175 km/u. Dat zijn best aardige cijfers voor een stadsautootje.
Maar aan de andere kant hebben we bij deze Yaris zo’n beetje hetzelfde gevoel dan we eerder bij de Toyota Corolla hadden: het onderstel is zo goed, dat een beetje meer vermogen toch leuk zou zijn. Om maar te zeggen: deze Yaris ziet er niet alleen sportief uit, maar hij voelt – qua weg- en stuurgedrag ook zo aan. Hij houdt bijvoorbeeld wel van een sportief genomen bocht.
Het entertainmentsysteem oogt niet hypermodern, maar doet wat het moet doen en zit logisch in elkaar. Al heeft deze Yaris ons wel één les geleerd: ga niet altijd klakkeloos voort op moderne snufjes, zoals snelheidsbordherkenning. Toen we door Duitsland reden, stond er daar een flitspaal langs de weg. Ik zag die flitspaal, keek naar de snelheidsmeter en die wees 69 km/u aan. En toen nam die flitspaal dus een foto. Ik dacht: “Die flitspaal flipt, ge moogt hier 70, zelfs de Yaris zegt het.” Ik besloot een U-bocht te nemen en hetzelfde stuk opnieuw te doen. En toen zag ik iets wat ik de eerste keer niet zag – en de Yaris overigens ook niet de tweede keer: een bord van 50 km/u, op zo’n honderd meter voor de flitspaal.
Dan over het verbruik: iets wat tegenwoordig niet onbelangrijk is, en zeker niet in de klasse der stadsauto’s. Wel, bij Toyota hebben ze dat prima voor elkaar. Met het rond de kerk-crossen, schommelde ons gemiddeld verbruik steeds – we hadden ‘m zo ingesteld dat de verbruiksmeter bij de aanvang van iedere rit zichzelf resette – tussen de 3,5 en 4 liter per honderd kilometer.
Met snelwegritten zagen we dit verbruik stijgen tot 6,5 liter per honderd kilometer, wat nog steeds enigszins schappelijk is.
Enig minpuntje: de inhoud van de brandstoftank is slechts 36 liter, en de digitale brandstofpeilmeter durft blijkbaar een beetje met spek te schieten. Het is te zeggen: de eerste helft gaat tamelijk laag naar beneden, maar wanneer er nog slechts twee blokjes overblijven, gaat het plots in vrije val. Toen we in Monschau weer naar huis vertrokken, een tocht van net geen 160 kilometer, gaf de boordcomputer aan dat we nog zo’n 230 kilometer ver zouden geraken. En toen… ging op nog zo’n twintig kilometer van het eerstvolgende tankstation een waarschuwingslampje aan dat we nog maar voor dertig kilometer benzine hadden. Range anxiety met een benzinewagen dus.
De prijs
Met een Toyota Yaris rij je al buiten vanaf 21.760 euro. In dat geval heb je een 1.5 met een manuele zesbak, in de uitvoering ‘Dynamic’. De Yaris GR Sport, die enkel verkrijgbaar is met een e-CVT-versnellingsbak, moet minstens 32.780 euro kosten.
Ons verdict
Het eerste is natuurlijk persoonlijke smaak, maar wij vinden de Yaris een mooi stadsautootje dat ook nog eens prima rijdt en degelijk in elkaar zit. In de stad en op het platteland voelt hij zich prima in zijn element en is hij verrassend zuinig. Ook op lange snelwegritten is hij een prettige metgezel, maar dan wel op voorwaarde dat je de benzinemeter nauwlettend in de gaten houdt.
