Twee Algerijnen buiten vervolging gesteld ondanks sporen en getuigenis.
De Brugse rechtbank heeft twee Algerijnse mannen, Hakim R. (34) en Hamdi H. (34), vrijgesproken in een ophefmakende zaak van vermeende dagenlange opsluiting en verkrachting van een vrouw in Oostende. Hoewel sperma van een van de mannen werd aangetroffen bij het slachtoffer, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijsmateriaal was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak zorgt voor verontwaardiging en roept vragen op over het functioneren van justitie in gevoelige zedenzaken.
Opsluiting en gruwelijke aantijgingen
De feiten dateren van augustus 2022, toen de vrouw de politie belde na haar vrijlating. Volgens haar getuigenis werd ze vier dagen lang in haar woning opgesloten en maar liefst acht keer verkracht door de twee mannen. Ze verklaarde dat ze ook fysiek mishandeld werd, getuige de diepe krassen op haar rug en arm. De mannen zouden haar telefoon hebben afgepakt om te voorkomen dat ze hulp kon inschakelen.
Na haar melding werden de twee mannen snel gearresteerd. Ze ontkenden alles. Toch wees het DNA-onderzoek uit dat sperma van Hamdi H. in het lichaam van de vrouw werd aangetroffen. De andere verdachte, Hakim R., liet geen directe sporen na.
Vrijspraak ondanks DNA-bewijs
Tijdens het proces eiste de procureur zeven jaar cel voor beide verdachten, onder meer omdat ze geen idelae schoonzonen zijn en al een strafblad hadden met veroordelingen voor diefstal en drugsfeiten. De advocaat van Hakim R. stelde echter dat er geen direct bewijs was dat zijn cliënt betrokken was bij de verkrachting. De rechtbank gaf hem gelijk en sprak Hakim R. vrij.
De vrijspraak van Hamdi H. is zowaar nog opmerkelijker. Ondanks het sperma dat onmiskenbaar van hem afkomstig was, oordeelde de rechtbank dat de context waarin dit DNA werd aangetroffen onvoldoende duidelijkheid bood. Er was volgens de rechters geen sluitend bewijs dat er sprake was van gedwongen seks of opsluiting. Hamdi H. stuurde zijn kat en verscheen overigens niet op de zitting en werd bij verstek vrijgesproken.
Slachtoffer in shock
Het slachtoffer, dat zich burgerlijke partij had gesteld, vroeg een schadevergoeding van 10.000 euro voor de fysieke en mentale littekens die de feiten zouden hebben veroorzaakt. Haar advocaat stelde dat ze nog steeds onder behandeling is bij een psychiater en worstelt met de nasleep van het trauma. De uitspraak van de rechtbank is volgens haar “onbegrijpelijk” en een “kaakslag voor het vertrouwen in justitie”.
Publieke reactie: “Rechtsstaat onder vuur”
De vrijspraak in deze zaak veroorzaakt brede maatschappelijke verontwaardiging. Critici wijzen op de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen het aangetroffen DNA-materiaal en het gebrek aan een veroordeling. Op sociale media wordt de zaak breed uitgemeten. Aaan de grootste toog ter wereld wordt geroepen dat het Belgische rechtssysteem faalt in het beschermen van slachtoffers van zedendelicten.
Complexe bewijslast in zedenzaken
Volgens strafrechtdeskundigen ligt de kern van het probleem in de strikte eisen die de wet stelt aan bewijslast in dergelijke zaken. “Het is niet voldoende om biologisch bewijs te hebben. Er moet overtuigend worden aangetoond dat er sprake was van dwang, en dat is vaak moeilijk te bewijzen in afwezigheid van andere getuigen,” legt een professor strafrecht uit.
Toch doet deze uitleg weinig om de publieke woede te temperen. De zaak roept eens te meer op tot een debat over hoe justitie omgaat met kwetsbare slachtoffers en hoe de balans tussen rechten van verdachten en bescherming van slachtoffers beter kan worden gegarandeerd.
Het parket kan nog in beroep gaat tegen de vrijspraak.
(foto: Shutterstock)