Kwatongen beweren al eens dat de Senaat een dure en overbodige instelling is. Hoe durven ze. Gisteren toonden onze Belgische Senatoren dat ze nuttig zijn. Wat schrijf ik: onontbeerlijk zelfs.
Voor de burger is het overigens makkelijk om Senaat en Kamer uit elkaar te houden: de Kamer heeft groen tapijt en de Senaat rood. Die kleur heeft niets te maken met de socialisten, maar omdat rood meer prestige uitstraalt.
Tijdens de plenaire zitting van die Senaat van gisteren werd het voorstel van resolutie betreffende een onafhankelijk onderzoek naar het neerschieten van de Palestijns- Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh (nr. 7-368) ter stemming voorgelegd en uiteindelijk ook goedgekeurd. Volgens Belga heeft PVDA-PTB zich onthouden. De reden hiervoor is ons onbekend, maar allicht vonden de marxisten die niet echt van Israël houden dat de resolutie niet ver genoeg gaat.
Die resolutie “onderstreept dat de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid essentiële mechanismen zijn voor het functioneren van een democratie”. Nu wordt het interessant. De coronacrisis heeft ons wel een en ander geleerd over die vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Laten we voorzichtig stellen dat die al eens onder druk kwamen. Zelfs vandaag is dat nog steeds zo. Anders geformuleerd: als die vrijheid van meningsuiting beteugeld wordt, dan komt de democratie in gevaar. Zo eenvoudig is dat. Het zijn de eerbiedwaardige Senatoren die het zelf stellen.
Slotsom is dus dat de Senaat opnieuw aangetoond heeft dat deze eerbiedwaardige instelling zeer zinvol is. Ik schrijf het dus nog eens voor de zekerheid: de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn essentiële mechanismen voor het functioneren van een democratie. Goedkeurd door de eerbiedwaardige Senatoren.