Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Zo verliep de enige Belgische overwinning tijdens WWII in Afrika écht

Thierry Debels - 11-06-2022

Korporaal op rust Albert Kunyuku Ngoma kreeg woensdag op zijn honderdste verjaardag in Kinshasa een symbolisch eerbetoon van koning Filip. Hij is de enige nog levende oorlogsveteraan van de Force Publique (Openbare Weermacht), het leger van de toenmalige kolonie. Hij is ook het boegbeeld van een generatie Congolezen die in 1941 voor de enige Belgische overwinning in de Tweede Wereldoorlog zorgde. Toeval wil dat mijn eigen grootvader (zie onder) als officier meegevochten heeft tijdens die slag om Saïo. Hij hield een dagboek bij van die veldtocht.

De geschiedenis van de Weermacht begon met de Onafhankelijke Congostaat. Ze raakte tijdens de Eerste Wereldoorlog bekend door de slag van Tabora (in het huidige Tanzanië) in september 1916. De officieren waren blanken, de soldaten en dragers Congolezen met gemiddeld een Belgisch officier per vijftig Congolezen.

Na de capitulatie van het Belgisch leger op 28 mei 1940 kreeg de deelname van de Weermacht aan de Tweede Wereldoorlog een strategisch maar ook een symbolisch belang. In januari 1941 werd het ‘Belgian Contingent in Sudan’ (BCS) opgericht, bestaande uit het XIe bataljon van de Weermacht.

Begin februari 1941 begon het aan zijn opmars van meer dan 1000 km naar zijn eerste objectief in Abessinië. We volgen de beschrijving van de site Belgium WWII die overeenkomt met de notities van luitenant Blomme. Het ging per boot en vrachtwagen maar vooral te voet. De belangrijkste vijanden van de soldaten en dragers waren aanvankelijk niet de Italiaanse troepen, maar de weersomstandigheden, de slechte route, het gebrek aan uitrusting - de dragers liepen blootsvoets op de hete bodem, hadden één veldfles voor twee en geen eigen gamel – en de moeilijke bevoorrading qua mondvoorraad en medicijnen. Al snel kreeg men te maken met de eerste gevallen van dysenterie. Mijn grootvader schrijft dat de hitte ondraaglijk is en dat er een groot tekort aan water is.

Om zijn eerste doel te bereiken moest het konvooi over de “Abessijnse muur”. De warmte was niet om uit te houden (39° in de schaduw) en een weg bestond haast niet.

Het uithoudingsvermogen werd nog maar eens erg op de proef gesteld. Op 11 maart bereikte het contingent Asosa, zijn eerste objectief . Daar wachtte een verrassing: er waren geen Italiaanse troepen meer. Wellicht hadden deze volgens de site Belgium WWII geloof geschonken aan de gruwelpropaganda van koloniaal Italië over het kannibalisme van de Belgische koloniale troepen (de beruchte genoemde Mjam Mjam die men ook elders terugvindt). Kortom, er viel geen schot. Maar daarna moest het strategisch meer belangrijke Gambela veroverd worden, wat betekende dat de verschrikkelijke “Abessijnse muur” nu in omgekeerde richting moest worden overgetrokken. Afstand: 350 km.

De aanval begon op 22 maart en betekende de eerste echte confrontatie met de Italiaanse troepen. De volgende dag bezette het XIe bataljon Gambela.

Na de inname van Gambela krijgen de troepen van de Force publique te kampen met lastige gevechten langs de rivier Bortaï. De Italiaanse troepen daar zijn superieur in aantal. Tijdens de aanvallen tussen 15 en 24 april lijdt de Force publique haar zwaarste verliezen van de hele campagne in Ethiopië. De gevechten gaan elders in Ethiopië ook door. De geallieerde troepen dwingen de Italianen tot overgave. Stilaan keert de situatie. Wat nog rest van het Italiaanse leger plooit zich terug op Saïo.

Na de verovering van Gambela bleef er van het XIe bataljon niet veel over. Er vielen talrijke slachtoffers door de slechte sanitaire en materiële omstandigheden, eerder dan door de gevechten: bijna de helft van de manschappen moest worden gehospitaliseerd. Naast dysenterie sloeg ook beriberi toe, een ziekte veroorzaakt door ondervoeding. Het regenseizoen had de bevoorrading inderdaad uiterst moeilijk gemaakt en de Britse geallieerden kwamen niet echt ter hulp. En er kan nog gewezen worden op andere factoren : demoralisatie, bevelscrisis, gebrek aan ondervinding, sporadische gevechten … Kortom , er waren nieuwe troepen nodig om het offensief te kunnen inzetten. Begin juni kwamen de eenheden terug in beweging. Het echte beleg van Saïo begon op 1 juli en de aanval werd twee dagen later bij het ochtendkrieken gelanceerd.

Tot ieders verbazing en ondanks hun indrukwekkend numeriek overwicht legden de Italianen vroeg in de namiddag van 3 juli de wapens neer. In de loop van de avond werd de capitulatie getekend. De Weermacht veroverde een indrukwekkende oorlogsbuit: 250 vrachtwagens, 20 auto’s , 2 pantserwagens, 20 moto’s, 20 kanonnen met 5000 obussen, 4 mortieren, 72 zware machinegeweren , 127 lichte machinegeweren, 7600 geweren, 330 pistolen, twee miljoen kogels, 15.000 granaten en 20 ton zendmateriaal. Tegelijk werden meer dan 4000 Italianen waarbij 370 officieren krijgsgevangen gemaakt die zich wellicht liever overgaven aan de Belgen dan in de handen te vallen van Abessijnse strijders of van de lokale burgerbevolking waarvan ze de wraak vreesden voor de gedwongen en niet aanvaardde kolonisatie van 1935-1936.

Uiteindelijk kostte de onderneming het leven aan 4 Belgische soldaten en werden er 6 zwaargewond; aan Afrikaanse kant sneuvelden er 42 man en men telde 5 vermisten en 193 doden ten gevolge van ziekte of kwetsuren op in totaal 3380 militairen. Bij de dragers was het nog erger : daar stierven 274 man op 2328 door uitputting of dysenterie.

In november 1941 waren de gevechten in Ethiopië voorbij. Het Ethiopische keizerrijk werd geleidelijk hersteld en daarmee kwam een einde aan de korte Italiaanse kolonisatie.

 

Congo

Reacties

Resterende karakters 500

Lees meer

Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken