Een fiscale regeling die ooit bedoeld was om kleine familiebedrijven eenvoudig van generatie op generatie door te geven, is uitgegroeid tot een populaire en lucratieve manier om belasting te ontwijken. De Vlaamse overheid liep hierdoor in de afgelopen vijf jaar maar liefst 1 miljard euro aan inkomsten mis. Komen er aanpassingen in deze wet?
Bij het erven van vastgoed betalen erfgenamen erfbelasting, die kan oplopen tot 27 procent bij erfenissen van ouders of partners, en zelfs tot 55 procent bij erfenissen van ooms of tantes. Voor een woning van 450.000 euro betekent dit bijvoorbeeld een erfbelasting van 73.500 euro. Echter, niet iedereen betaalt zoveel. Rijke families maken namelijk gebruik van een uitzondering in de schenk- en erfbelasting die het mogelijk maakt om roerende goederen, zoals aandelen of beleggingen, tijdens hun leven aan nul procent belasting door te geven aan de volgende generatie.
Deze regeling was oorspronkelijk bedoeld om kleine familiebedrijven, zoals bakkerijen of slagerijen, soepel te laten overgaan van vader op zoon, zonder dat de continuïteit van het bedrijf in gevaar zou komen. Wanneer de overdracht echter na overlijden plaatsvindt, geldt een tarief van 3 procent erfbelasting. In de praktijk blijkt echter dat dit achterpoortje steeds creatiever wordt benut, waarbij rijke families ook verhuurde appartementen en privéwoningen in hun vennootschap onderbrengen, om deze vervolgens belastingvrij door te geven.
Creatief boekhouden bij de rijken
In landen met zo'n hoge belastingdruk zoals in België ontstaat er vaak een nieuwe boekhoudkundige discipline: Achterpoortjes zoeken en uitbuiten. Families plaatsen vastgoed in hun vennootschap om het vervolgens bijna gratis door te geven aan de volgende generatie. Een concreet voorbeeld illustreert de situatie: als een slager zijn bedrijfsaandelen ter waarde van 1,8 miljoen euro tijdens zijn leven schenkt aan zijn zoon, betaalt deze zoon geen enkele schenkbelasting.
Zou dezelfde overdracht na overlijden plaatsvinden, dan betaalt de zoon slechts 3 procent belasting, wat neerkomt op 54.000 euro. Zonder deze regeling zou de belastingdruk aanzienlijk hoger zijn.
Uit cijfers van de Vlaamse belastingdienst blijkt dat er in 2022 voor 10 miljard euro aan schenkingen belastingvrij werd overgedragen, en in 2023 ging het om 7 miljard euro. Dit omvat enkele grote, rijke families die verantwoordelijk zijn voor het merendeel van dit bedrag. De Vlaamse overheid liep hierdoor tussen 2019 en 2023 naar schatting 922,4 miljoen euro aan belastinginkomsten mis. Als de gemiste erfbelasting hierbij wordt opgeteld, loopt dit bedrag op tot ongeveer 1 miljard euro.
De Staat verliest
De Vlaamse belastingdienst probeerde deze belastingontwijking tegen te gaan door betrokken vennootschappen voor de rechter te slepen maar kreeg het deksel op de neus. De rechtbanken oordeelden namelijk verschillende keren in het voordeel van de families geoordeeld, wat in april resulteerde in een verdere verruiming van het achterpoortje. Ook vrije beroepen, zoals dokters en notarissen, mogen hun managementvennootschap nu aan het minimumtarief doorgeven, zelfs als hun nakomelingen het bedrijf later ombouwen in bijvoorbeeld een frituur of kapsalon.
Wat wil de politiek?
De discussie over dit achterpoortje is niet nieuw, maar de omvang van het verlies voor de Vlaamse begroting – 1 miljard euro – werpt een nieuw licht op de kwestie. Dit bedrag is significant voor Vlaanderen, dat in 2024 een totale inkomstenbegroting van 58,5 miljard euro heeft. Erfbelasting alleen leverde Vlaanderen vorig jaar 1,7 miljard euro op, en samen met registratierechten en verkeersbelastingen zijn dit belangrijke inkomstenbronnen voor de regio.
Vooruit pleit voor de afschaffing van het bestaande gunstregime voor de overdracht van bedrijfsaandelen, terwijl CD&V voorstelt om de achterpoortjes eerst in kaart te brengen en ze vervolgens te sluiten, zonder essentiële bedrijfsopvolging te belemmeren.
N-VA, onder leiding van minister van Financiën Matthias Diependaele, zet in op strengere controles door de belastingdienst. In hun onderhandelingsnota over begroting en financiën wordt gesproken over een “lagere” en “aangepaste” erfbelasting, al is nog niet duidelijk hoe deze er precies uit zal zien en of de verlaging financieel gedekt is.