In 1988 ging de aandacht van de speurders in de richting van ex-rijkswachter Martial Lekeu.
Dat blijkt duidelijk uit de correspondentie tussen het parket te Dendermonde en de procureur-generaal te Gent (PGG, BR 8 september 1988, PK Dendermonde aan PG Gent, 1022-1026, BR 27 december 1988, PK Dendermonde aan PG Gent, 1132-1136).
Lekeu is dan een mogelijke verdachte van de misdrijven van de Bende van Nijvel en de moord op Juan Mendez.
In de loop van 1989 wordt de procureur-generaal nauwgezet op de hoogte gehouden van het verdere onderzoek aangaande Lekeu.
In de Tweede Bendecommissie: “In het bijzonder kan hiertoe worden gewezen op het feit dat de uitlatingen van Lekeu omtrent illegale wapenhandel naar de Christelijke Falangisten in Libanon die zou worden betaald met heroïne, niet voetstoots werden verworpen; zij leken er in de ogen van de procureur op te wijzen dat ‘Bihay en Balfroid toendertijd op een valabel spoor zaten’.” Het is een belangrijk detail.
Wie is Lekeu?
Lekeu zelf: “Toen ik naar de rijkswacht werd overgeplaatst, ben ik van september 1972 tot juni 1973 naar de rijkswachtschool gegaan. Ik ben vervolgens een maand bij het mobiel legioen geweest en ben dan op eigen verzoek naar de groep-Diane overgestapt, waar ik van juli 1973 tot augustus 1974 ben gebleven.”
In 1975 wordt hij overgeplaatst naar de BOB, afdeling banditisme, en later naar de afdeling drugs. Hij is tot in 1978 bij de BOB gebleven. Hij heeft samengewerkt met François Raes, onder bevel van adjudant Vandewalle. In 1978 werd hij overgeplaatst naar de brigade van Brussel ingevolge een beschuldiging van een meisje dat beweerde dat hij haar ‘bepaalde avances’ had gemaakt.
Dan besliste hij Brussel te verlaten en heeft Lekeu zijn overplaatsing naar de brigade van Tenneville gevraagd, waar hij is gebleven van 1979 tot 1983. Toen werd hij ingezet bij de brigade van Vaux-sur-Sûre.
Na dreigingen te hebben ontvangen, is Lekeu op 1 april 1984 uit de rijkswacht gestapt. Hij bleef bedreigingen ontvangen en heeft toen besloten het land te verlaten.
Lekeu kon België verlaten - onder andere met de steun van minister Louis Olivier (PRL). Olivier was lid van de IEPS, samen met Robert Close, Armand De Decker en Alexander Haig.
Van december 1981 tot mei 1988 was Olivier (opnieuw) minister van Openbare Werken in de regeringen-Martens V, -VI en -VII. Met de overdracht van Openbare Werken naar de Gewesten in 1988 was Olivier de laatste houder van dit ministerie op federaal niveau.
Op 24 april 1989 werden door onderzoeksrechter Hennart stukken in beslag genomen bij de VSSE. Uit de inventaris kan worden opgemaakt dat de dienst op dat moment in elk geval beschikte over een hele reeks op naam gestelde dossiers.
De namen die volgens de Bendecommissie in de betrokken inventaris figureren, zijn onder meer Robert Beijer, Christian Amory, Marcel Barbier, Juan Mendez, Jean Buslik, Claude Leroy, Claudine Falkenburg, Daniel Dekaise, Martial Lekeu en Michel Libert.
foto: politie rv