Er zaten nog wat probleempjes in de Wankel-techniek, maar die zijn blijkbaar opgelost.
De Duitser Felix Wankel vond eind jaren vijftig van vorige eeuw de Wankel-motor uit. Niet met cilinders en zuigers, maar met een driehoekige rotor in een ovalen kamer. Dat systeem had enkele voordelen. De motor was compacter dan een exemplaar met cilinders en ontwikkelde al in lage toeren een enorme trekkracht.
De nadelen? Een hoog benzine- en olieverbruik. Helaas bleek de techniek in het beginstadium ook niet zo betrouwbaar. NSU introduceerde in 1964 de eerste auto met een Wankel-motor. Motoren werden massaal aan gort gereden en dat kostte NSU een aardige duit: ze gaven immers vijf jaar garantie. Spoedig kwam het merk in financiële problemen en werd uiteindelijk overgenomen door Volkswagen Group.
Van alle merken die met de Wankel-techniek aan de slag gingen, was Mazda het enige dat het volhield. Zij wisten de techniek wel betrouwbaar te maken en rustten hun sportiefste auto’s uit met een Wankel-motor. Van de Mazda Cosmo 110S die in 1967 werd geïntroduceerd, tot de RX8 die in 2008 uit productie ging.
Ook in 2008 was het probleem van de Wankel-motor nog steeds: het hoge verbruik. Op papier had de RX-8 een gemiddeld verbruik van 11,4 l/ 100km, maar u moest een behoorlijk fluwelen voet hebben om het praktijkverbruik onder 15 liter te krijgen. Vanwege de steeds strenger wordende emissienormen kwam er geen opvolger.
Maar… Mazda werkt gestaag aan een nieuwe sportcoupé. Een die opnieuw een Wankel-blok moet krijgen. Twee jaar geleden lieten ze nog weten dat er druk gewerkt werd om die aan de emissienormen te laten voldoen. Nu sturen ze de boodschap de wereld in, dat die technologie de komst van de sportwagen niet langer tegenhoudt.
Wil het dan zeggen dat de productieversie van de RX-Vision die ze enkele jaren geleden voorstelden, weldra eindelijk in de catalogus staat? Laat ons hopen!
Nog een groot voordeel van zo'n Wankel-motor? Het fantastisch geluid. Luister maar: