Twee op de drie gecontroleerde dienstenchequebedrijven verrijkt zich op de kap van de poetshulpen.
“We zijn de jaarrekeningen aan het uitpluizen”, zegt voorzitter van ACV Voeding en Diensten, Pia Stalpaert in ‘Het Nieuwsblad’. “De winst is gedaald. Maar de grote commerciële bedrijven maken allemaal nog flinke winsten. Voor een aantal bedrijven zijn de jaarcijfers zelfs beter dan vorige jaren. De vergoeding speelt daar een rol in. Dit toont aan dat niet alle middelen zijn gebruikt voor de aankoop van beschermingsmateriaal.”
Tijdens de coronapandemie besliste de Vlaamse regering om de poetshulpen aan het werk te houden. Of ze dat deden voor de poetshulpen of voor de klanten die een proper huis wilden, laten we in het midden, maar poetsen ten tijde van corona was net zo gevaarlijk als naar Pukkelpop gaan.
Daarom kwam er extra geld voor de sector. Dat geld was bedoeld om de huishoudhulpen het nodige beschermingsmateriaal te kunnen geven; mondmaskers en alcoholgels, zeg maar. Maar bij een doorlichting van de dienstenchequesbedrijven blijkt dat dat geld aan de verkeerde vingers is blijven plakken. De Vlaamse Sociale Inspectie is nog bezig met de doorlichting maar eist nu al een goede 3 miljoen euro terug. Dat wil zeggen dat in 191 van de 302 dossiers gesjoemeld was.
Poetshulp is een essentieel en zwaar beroep en staat voor onderbetaald, hard werken. Je verdient nauwelijks meer dan je stempelgeld en werkt jezelf lichamelijk in de vernieling. Dat dienstenchequebedrijven met het geld gaan lopen van weerloze werknemers, kan je dan ook niet zomaar gesjoemel noemen, maar crimineel gedrag. Gevreesd wordt dat de terugvordering zal verhaald worden op de poetshulpen. Dan worden ze tweemaal gepakt.