Niet CO2-neutraal, maar technologie-neutraal.
De verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor moest tegen 2035 verboden worden. Dat was de groene eerst-doen-dan- denken-ambitie van Europa. Alle propaganda ten spijt om een algemene elektrificatie van de maatschap door ons strot te duwen, is er hierover dan toch geen Europees akkoord. Zonder goedkeuring van de Raad is ‘het akkoord’ niets meer dan een vodje papier. De Raad volgt omzeggens altijd de beslissing van het parlement. Maar deze keer niet. In de plaats daarvan is er nu een nieuwe raamovereenkomst. Die komt tegemoet aan enkele belangrijke verzuchtingen van de steeds talrijker wordende tegenstanders van verplicht elektrisch rijden.
De Ursula’s van deze wereld beginnen in te zien dat het afdwingen van een ‘elektrische maatschappij’ een onvoorzichtig, dwaas en onhaalbaar plan is. De Europese Commissie zelf becijferde al dat een verplichte elektrificatie zo’n 600.000 jobs in de auto-industrie zou kunnen kosten. We citeren ‘Het Laatste Nieuws’: “Er is ook nog steeds twijfel over de milieu-impact van de productie van elektrische auto’s, er zijn praktische bezwaren (hoe krijg je het in godsnaam geregeld), er zijn geopolitieke risico’s (China) en er is het feit dat de elektrische auto het CO2-probleem alleen oplost als er ook nog eens ongeziene investeringen in de stroomvoorziening worden gedaan (momenteel is de CO2-waarde van stroom in sommige landen zelfs botweg ongunstig).’
En dus wordt het streven naar een toekomst die helemaal CO2-neutraal moet zijn, vertaald als
‘technologie-neutraal’. Dat wil zeggen dat ook andere manieren van CO2-neutraal rijden toegelaten zullen zijn. Geen verplichte elektrificatie dus, geen verbod op de verbrandingsmotor. Naast een brandstofcelauto met waterstof, zullen nu ook auto’s die rijden op CO2-neutrale brandstof (de zogeheten e-fuels) toegelaten worden. Dat wil zeggen dat er ook na 2035 nog nieuwe auto’s mét een verbrandingsmotor verkocht zullen worden.