Geen sterke drank meer op onze stranden.
Vermits het windstil is bij de regering die geen regering is - en die ook niet meteen zal vervangen worden - nemen de gouverneurs het roer over van een stuurloos schip. Zij hoeven geen verantwoording aan de kiezer af te leggen en kunnen (min of meer) autonoom beslissen. Dat daar – volgens specialisten – zelfs de grondwet voor moet wijken, lijkt alleen die specialisten te deren. Wij offeren zonder morren onze vrijheden op en laten ons als een lam naar de halal—slachtbank leiden.
Cathy Berx haalde maatregelen van Wereldoorlog II uit de commode en legde aan een hele provincie een avondklok op omdat er in bepaalde Antwerpse wijken – waarvan men de naam liever niet vernoemt – een heropflakkering van het coronanvirus was vastgesteld. Sindsdien zijn er in de late uurtjes in de erg stille kempen niet alleen geen katten meer op straat, maar ook geen mensen.
En dan is er de kust waar er opstootjes van geweld werden genoteerd, veroorzaakt door enkele ‘jongeren’ uit bepaalde buurten in Brussel – waarvan de naam liever niet vernoemt. Ook hier besluit nu de gouverneur van de provincie (Carl Decaluwé) in te grijpen. Ook hij lijkt zijn inspiratie te halen uit de eerste helft van vorige eeuw en komt met een Vlaamse variant van de Amerikaanse drooglegging uit de jaren twintig. Om het drukke weekend van midden augustus te redden van het geweld, mag er over de hele kust tot 30 september geen sterke drank meer worden gedronken op het strand. Wie zich wil bezatten kan dat natuurlijk nog wel in de standbars of op de dijk. Er zal dus enige vertraging op zitten vooraleer dronken mensen het strand zullen betreden.
De brave Vlaming stond erbij en keek er naar.