Sommigen beweren dat je af en toe eens moet doorgassen tot je toerenteller aan de rode zone komt om de motor schoon te branden, anderen beweren dat dit de levensduur van de motor net drastisch verkort. Deze meneer zocht naar de waarheid.
Atmosferische (benzine)motoren van weleer moest je al flink in de toeren jagen om trekkracht te krijgen, maar tegenwoordig zijn er bijna alleen nog maar turbomotoren. Die moderne motoren hebben al flink wat koppel bij lage toeren. Straffer nog: bij een modern turboblok valt de punch weer weg eens ze in de hogere toerentallen komen.
Toch is het volgens sommigen zinvol om de naald van de toerenteller af en toe met de rode zone te laten flirten, om de koolstofopbouw in de motor weer weg te branden. Goed voor een vroegtijdige motordood volgens anderen. Een meneer van ‘Engineering Explained’ zocht het verlossende antwoord.
Daarbij was het handig om eerst na te gaan wanneer de meeste koolstofafzetting plaatsvindt. Dat blijkt rond de 200 graden Celsius te zijn. Pas bij een temperatuur van meer dan 325 graden Celsius breekt die koolstofafzetting weer af.
Uit het onderzoek blijkt, dat sommige motoren binnenin inderdaad warmer worden dan 325 graden, als je ze lang genoeg op hun donder geeft. Een keertje revven heeft dus geen zin: je moet lang genoeg in de hogere toerenregionen blijven rijden.
In andere motoren worden die temperaturen echter nooit bereikt. Zij zullen, zelfs bij maximale belasting, nooit warmer worden dan 200 graden Celsius, waardoor er net meer koolstofresten zullen blijven kleven.
Eindconclusie: sommige motoren kan je inderdaad schoonbranden door een tijdje het gaspedaal flink in te trappen, bij andere motoren is het net schadelijker. Meer details in de video onder.