Inloggen

Log in of maak je account aan.

Wachtwoord vergeten? Registreren
Registreren
Wachtwoord vergeten

Wachtwoord vergeten? Voer je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt een link via e-mail om een nieuw wachtwoord in te stellen.

Registreren
Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Koninklijke familie verkocht gronden uit angst voor confiscatie

Thierry Debels - 06-04-2023

Wie Coburgs zegt, denkt aan Laken. Of Ciergnon. Juist, maar de clan heeft - of had - ook een zakelijke band met de Kempen.

In de 19de eeuw kocht koning Leopold I immers samen met zijn zoon Filips, graaf van Vlaanderen, enorme lappen grond in de Kempen. En Filips is op zijn beurt de vader van Albert I en dus de stamvader van de huidige Coburgs, en niet Leopold II. Belangrijk detail: Filips was toen al de rijkste man van ons land. Zijn fortuin ligt aan de basis van het vermogen van Boudewijn en Albert II. 

Dit koninklijk domein van de Kempen bestond uit de toenmalige heidevlakte tussen Geel, Retie, Dessel en Mol aan weerszijden van het Kempisch Kanaal, maar ook uit moerassen en veengronden langs de Turnhoutse Vaart en een groot bos op de heide in Postel. Het interessante boek Koning in de Kempen gaat dieper in op dat minder gekende onderwerp.

Gedurende honderd jaar zou het koningshuis met behulp van plaatselijke beheerders of régisseurs, boswachters en werkkrachten dit domein ontwikkelen. Er werden verschillende activiteiten op het domein ontplooid zoals bosbouw, landbouw, jacht, viskweek, witzandwinning en turfstekerij.

Vanaf de jaren 1950 verkochten de koninklijke eigenaars systematisch hun Kempense eigendommen uit angst voor confiscatie en maakten zo plaats voor nieuwe ontwikkelingen, zoals het landbouwcomplex Kempisch Domein, de nucleaire site rond SCK CEN, het provinciaal Groendomein Prinsenpark en natuurgebieden, waaronder de Ronde Put.

Waarom had de eerste vorst van België zijn zinnen gezet op de woeste heidegronden van de Kempen? “In één woord: kolonisatiedrang”, stelt auteur en bioloog Danny Van der Veken in de kranten van Mediahuis. “Wat zijn zoon Leopold II later zou voortzetten in Congo, deed Leopold I in eigen land. Het was waarschijnlijk baron (Charles) Coppens, een persoonlijke vriend van de vorst, die hem op het idee bracht. Coppens had hier al gronden.”

Charles Coppens, later Baron Coppens, werd geboren in 1796. Als politicus zetelde hij onder meer in het Nationaal Congres. Samen met Leopold I, die tot zijn vriendenkring behoorde, liet hij honderden hectaren heidegrond ontginnen en bedacht een irrigatiesysteem om de woeste heidegronden om te vormen tot vruchtbare landbouwgronden.

In totaal kochten Leopold I en zijn zoon Filips bijna 4.500 hectare woeste gronden met als doel ze te ontginnen. De focus lag op landbouw, bosbouw, visvangst en turf- en zandwinning. “De ontwikkeling van de bosbouw ging razendsnel”, vervolgt de auteur bij Mediahuis. “In amper vijftien jaar tijd was het landschap hier totaal niet meer te herkennen. De oneindige heidevlakte was op veel plaatsen omgevormd tot bos. Er werden massaal dennenbomen aangeplant die konden dienen als mijnhout.”

De leden van het koningshuis zelf zakten maar heel sporadisch af naar de Kempen. “De betrokkenheid en interesse van de zonen van Leopold I verschoof na verloop van tijd eerder naar de Ardennen, waar de koninklijke familie ook gronden had”, weet Danny. Latere generaties pikten de draad weer op. “Prins Karel, zoon van Albert I, kwam hier bijvoorbeeld geregeld. Hij kocht in 1945 zelfs een villa in Mol-Postel.”

Van een verblijf van prinses Josephine Charlotte, de dochter van Leopold III, zijn meerdere foto's bewaard gebleven. “Zij kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog in Retie herstellen van een blindedarmoperatie”, vertelt Danny. “Ze verbleef in het Paviljoentje, een huis langs de kasseiweg Heide in Retie. Dat staat er vandaag nog, maar is onherkenbaar verbouwd. In het Prinsenpark ging ze paddenstoelen plukken.”

Na de Tweede Wereldoorlog werd de toestand van het koningshuis onstabiel. “De Koningskwestie barstte los en Leopold III en zijn zus Marie-José werden bang dat hun eigendommen geconfisceerd zouden worden, zoals ook in Italië is gebeurd toen de monarchie werd afgeschaft”, zegt Danny in de kranten van Mediahuis. “Daarom besloot de familie om systematisch al haar gronden te verkopen.”

Het zou het begin worden van een nieuw tijdperk. “Het ging om heel grote lappen grond die verkocht werden”, weet auteur Janna Lefevere. “Dat bood andere ondernemers experimenteerkansen. Zo is onder meer het Studiecentrum voor Kerntoepassingen, vandaag SCK-CEN, er gekomen.” Een andere belangrijke verwezenlijking was het 'Kempisch Domein' van de Kleine Landeigendom. Zij kochten 480 hectare op van het Koninklijk Domein en bouwden er 25 grote boerderijen op.

De honderd jaar vorstelijke aanwezigheid heeft het Kempense landschap, en de ontwikkeling van de regio voorgoed veranderd. Toch kende tot voor kort niemand de exacte omvang van het Koninklijk Domein der Kempen. “Dat we in het boek kaarten kunnen publiceren met de precieze ligging, hebben we te danken aan een toevallige vondst”, besluit auteur Els Oostvogels bij Mediahuis. “Dankzij de connecties van Walter Raeymaekers hebben we het oorspronkelijke koninklijk kadaster teruggevonden. Het lag op de zolder van de Boeretang, een oude boerderij in Dessel. Daar woonde tot voor kort de weduwnaar van een vrouw die tot de Van Elst-tak behoorde, een van de beheerders van het Domein. Er stonden kadasterkaarten in waarop de precieze percelering van de gronden staat aangeduid, zoals ze door de koning was aangebracht. Zonder die schat aan info hadden we de grenzen nooit zo duidelijk kunnen bepalen. Het is kennis die tientallen jaren verborgen is gebleven, maar nu voor het boek eindelijk naar boven werd gespit.”

foto cover boek

Coburgs Noorderkempen

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken