Niets minder dan een (economische) oorlogsverklaring.
Donald John Trump, de man die denkt dat de wereld een vastgoeddeal is, heeft vannacht z’n grootste ‘art of the tariff’ tot nu toe op de wereld losgelaten. Om klokslag 0.01 uur lokale tijd, net na middernacht, werd het officieel. De nieuwe importheffing van 104 procent op Chinese producten ging in. Chinese producten worden in de VS dus meer dan dubbel zo duur.
“God Bless America”
Donald begon aanvankelijk met 20 procent. Toen kwam daar 34 procent bovenop, gebaseerd op een duistere wiskundige logica die alleen op Mar-a-Lago wordt begrepen: “We importeren meer van China dan zij van ons, dus zij zijn stout.” En toen China het lef had om terug te blaffen met eigen tegenheffingen? Bam. Trump gooide er nog eens 50 procent bovenop. Eindresultaat: een handelsmuur van 104 procent hoog – gebouwd zonder cement, maar met pure frustratie.
De beurzen donderden naar omlaag als een Amerikaans arend in duikvlucht. Want: “De markten houden niet van onzekerheid,” zeiden de experts. Newsflash: de markten houden ook niet van importtarieven die je laptop in één nacht net zo duur maken als een tweedehands Tesla.
China: “Dit is geen deal, dit is een diplomatieke molotovcocktail”
In Peking klonk meteen de tegenreactie. China kondigde aan dat het vanaf 10 april een spiegelheffing van 34 procent invoert op Amerikaanse producten. En omdat ze in China houden van symmetrie, gooien ze daar meteen wat extra onderzoek bovenop: Amerikaanse CT-scanners? Verdacht. Kip en eieren? In quarantaine. Alles in het teken van “onze nationale belangen beschermen”, aldus de Chinese minister van Handel – die het Amerikaanse beleid omschreef als “een vergissing bovenop een vergissing.”
Trump bleef Trump
Trump die alles beter weet dan de rest van de wereld en door ook nog eens de beste in is , schreeuwde op zijn zijn Truth Social: “De Chinezen willen een deal. Ze weten gewoon niet hoe ze het moeten doen.” En voor wie nog twijfelde aan zijn vastberadenheid, was daar woordvoerster Karoline Leavitt met de kers op de raket: “President Trump heeft een ruggengraat van staal. Hij zal niet buigen.”
Of, vrij vertaald: als China niet snel hun 34 procent intrekt, krijgen ze nog een extra portie economische pepperspray in de spleetoogjes. Want Amerika heeft volgens Trump niemand nodig. Amerika ís de markt. En iedereen die dat niet begrijpt, mag achteraan aansluiten in de rij voor zijn nieuwe slogan: “Make Tariffs Great Again”.
Wat nu?
De Amerikaanse beurzen begonnen woensdag nog met een voorzichtig optimism, maar na de aankondiging van die extra 50 procent gingen de indexen weer kopje-onder. Economisch zelfvertrouwen maakte plaats voor trillende beursvingers en paniekerige Excel-sheets.
Je moet geen economie gestuurd te hebben, om te weten dat 104 procent importheffing geen ernstig beleid is. In dit pervers pingpongspel tussen Washington en Peking zijn wij met onze smartphones en sneakers, de pingpongballetjes.
Einde in zicht?
Vergeet het. China trekt z’n tarieven niet in. En dus worden Chinese producten in Amerika straks zo duur dat in de rekken blijven. Wij brave Belgen kunnen alleen hopen dat onze volgende iPhone vóór 5 april geleverd werd. Want anders betaal je er voortaan de prijs van een familievakantie naar Shenzhen voor. Er zijn nu eenmaal heel wat ‘Amerikaanse’ producten die met spul uit China worden gemaakt.
Handelsoorlog, seizoen 3. Nu te zien in je portemonnee.
(Foto: AI)