Wat als je pensioen nu plots veel kleiner uitvalt?
Wie jarenlang braaf zijn pensioenspaarpotje heeft gevuld, krijgt vandaag een koude financiële douche: de wereldwijde beurscorrectie laat ook de rendementen van pensioenspaarfondsen bloeden. Zeker wie zich opmaakt voor een leven na de arbeid, kijkt plots aan tegen een flink ingekrompen pensioenbuffer. Wat nu? Is het paniekmoment aangebroken – of net het moment om het hoofd koel te houden?
De beurs zakt, de pensioenfondsen volgen
De financiële markten hebben het moeilijk. De recente beursdaling – aangewakkerd door geopolitieke spanningen, economische onzekerheid en de nasleep van protectionistische maatregelen zoals Amerikaanse importheffingen – laat zich voelen tot diep in de portefeuille van de gewone spaarder.
Voor wie aan pensioensparen doet via een fonds, is dit een bittere vaststelling: pensioenfondsen investeren in aandelen en obligaties, en als die beurskoersen duiken, daalt de waarde van het fonds gewoon mee. Een financieel gegeven waar niet aan te ontsnappen valt.
Volgens Thomas Guenter, fondsenbeheerder bij Finhouse, zien sommige mensen hun verwachte eindbedrag met tienduizenden euro’s slinken: “Stel dat je een maand geleden nog uitging van een uitbetaling van 100.000 euro, dan kan dat vandaag makkelijk 10.000 euro minder zijn. Dat verschil is tastbaar – en vooral pijnlijk als je net op de drempel van je pensioen staat.”
Fonds of verzekering: je risicoprofiel bepaalt
Pensioensparen komt in twee smaken: via een fonds of via een verzekering. Het verschil is niet enkel technisch, maar fundamenteel. Een pensioenspaarfonds, doorgaans beheerd door een bank, biedt potentieel hogere rendementen, maar draagt het volledige marktrisico. Meer winstkansen in goede tijden, maar even goed meer verlies in slechtere dagen.
Een pensioenspaarverzekering – en dan specifiek een zogenoemd tak 21-product – werkt anders. Deze wordt beheerd door een verzekeraar en belooft een gegarandeerd rendement, eventueel aangevuld met een jaarlijkse winstdeelname. Veiliger, stabieler – maar doorgaans met lagere opbrengsten. Tak 23 daarentegen functioneert opnieuw via beleggingen en is dus vergelijkbaar met een klassiek fonds.
Wie vandaag zware verliezen ziet in zijn fonds, voelt dus de keerzijde van de jaren waarin aandelenmarkten wél stevig presteerden.
Wie op pensioenleeftijd staat, heeft een keuze
Toch is het niet meteen reden tot paniek. Pensioengeld hoeft bij het bereiken van de pensioenleeftijd niet per se onmiddellijk opgevraagd te worden. “Er is geen wettelijke verplichting om je pensioenspaarpot op je 65e te verzilveren,” benadrukt Guenter bij ‘VRT NWS’. “Je kan ervoor kiezen om je belegging nog wat langer aan te houden, in de hoop op een herstel.”
Wat wél vastligt: op je zestigste wordt automatisch een eindbelasting afgehouden. Vanaf dat moment mag je op gelijk welk moment uitstappen, gedeeltelijk of volledig. Maar wie het zich kan veroorloven om te wachten, heeft dus de mogelijkheid om te anticiperen op een marktherstel.
Toch zijn er grenzen. Storten in je pensioenspaarfonds kan enkel tot het jaar waarin je 64 wordt. Wie na de eindbelasting verder spaart, doet dat dus zonder fiscale voordelen.
Wachten of uitstappen?
De hamvraag blijft: wat doe je als je pensioen nadert en je fonds plots zwaar in waarde is gedaald? Meteen verkopen, nog even afwachten of zelfs bijkopen?
Wie zijn geld niet meteen nodig heeft, kan overwegen om nog even te blijven zitten. Historisch gezien volgen op grote correcties vaak periodes van herstel. Maar garanties zijn er nooit. En zeker vandaag zijn de markten bijzonder onvoorspelbaar.
Het is dus vooral belangrijk om geen overhaaste beslissingen te nemen. Voorzichtigheid en geduld zijn cruciaal. Je kan verliezen beperken door gespreid uit te stappen of door tijdelijk niets te doen.
En wat met wie pas begonnen is?
Wie pas net begonnen is met pensioensparen, hoeft zich al helemaal geen zorgen te maken. Stel dat je net gestart bent en je hebt 1.000 euro in een fonds gestopt. Bij een daling van 10 procent ben je 100 euro kwijt. Pijnlijk, maar relatief beperkt. Wie nog twintig of dertig jaar voor zich heeft, krijgt nog voldoende tijd om schommelingen recht te trekken. De beurs stijgt en daalt, dat hoort erbij.
Pensioensparen blijft – ondanks alle volatiliteit – een solide en laagdrempelige manier om een aanvullend pensioen op te bouwen. “Op voorwaarde dat je het bekijkt met een lange horizon.”
Interessant instapmoment?
Voor sommigen is dit zelfs hét moment om te kopen. Een forse beursdaling creëert immers ook koopkansen. “Wie zijn volledige jaarlijkse storting nu doet in plaats van maandelijks, koopt in op een lager prijsniveau. Als de beurs zich herstelt, heb je meer rendement,” aldus Guenter. Maar hij benadrukt dat ook dat scenario allesbehalve zeker is.
De boodschap: beheers je reflex
In tijden van rode cijfers is het verleidelijk om snel in te grijpen. Maar wie het hoofd koel houdt en denkt op lange termijn, heeft vandaag nog altijd opties. Voor wie nog decennia voor zich heeft, blijft pensioensparen een valabele strategie. En wie vlak voor zijn pensioen staat, kan met de juiste timing en informatie nog steeds verstandig schakelen.
(Foto: Shutterstock)