Het autosalon opende de deuren, dit jaar zonder Mercedes. De ster van Stuttgart koos deze keer eerder voor baguettes en croissants.
Sapristi alors! Het Autosalon trekt zich op gang en voor het eerst in de geschiedenis van het gebeuren is Mercedes de grote afwezige. Samen met enkele andere merken houden ze het in Brussel voor bekeken en verwijzen ze petrolheads, gearfreaks en andere liefhebbers van vierwielers naar de concessiehouders. We kunnen het hier diplomatisch houden door te gaan stellen dat we heel erg misschien minder goeie prijzen zullen scoren en dat we niet de coolste auto’s ter wereld in real life zullen zien... maar dan zouden we eigenlijk gigantisch uit onze nek lullen. Geen grote merken op het Autosalon wil zeggen: minder boothbabes en kilo’s minder aan compleet nutteloze maar o zo leuke gadgets. ‘Kein Problem’ moeten ze daar in Stuttgart hebben gedacht en ze toverden hun concessies om tot mini-autosalons.
Dat de afwezigheid van de grote merken eraan zat te komen stond in de sterren geschreven. Niet alleen is het Autosalon een nogal kostelijke hobby (voor een merk à la Mercedes cijfert dat tegen de 600.000 euro per dag) maar het volk is ook niet meer wat het geweest is. In het verleden waren verhalen over gesloopte demowagens legio, de schone madammen werden er lastig gevallen en dan heb je nog eens de huidige cancel-culture. Je zal als merk er maar een schijtedure wagen tentoon hebben gesteld, wanneer een of andere dolgedraaide ecoterrorist waarheidsprediker er een pot verf over komt dumpen.
Neen, de beleving moet vanaf dit jaar volledig bij de concessiehouders terug te vinden zijn en dat hebben ze bij Ghistelinck goed begrepen. Ghistelinck, dat is voor Mercedes wat de Gallerie Lafayette is voor luxemerken. De grootste sterspeler van het land heeft vertakkingen in Vlaanderen, Wallonie en zelfs Frankrijk en ze moesten er toch een traantje wegpinken toen ze een “nein” kregen vanuit het hoofdkantoor. Een West-Vlaming zou geen West-Vlaming zijn mocht er geen oplossing komen en de CEO van de groep nam zijn smartphone vast. Enkele telefoontjes en een aantal keren ‘graag tegen gisteren’ later en hupla, de Mercedes-showrooms werden omgetoverd tot een Parijse bistro.
Alle woordspelingen terzijde is het met de beslissing van Mercedes en de Groep Ghistelinck duidelijk geworden dat de wereld van de automobielindustrie er eentje is die evolueert naar een compleet nieuw niveau van belevenis. Waarom staan aanschuiven tussen duizenden zweetoksels en al even hard riekende bilnaden, terwijl je krak dezelfde wagens kunt zien met een glas in je handen zonder dat ze je constant omver duwen? Welkom bij Mercedes Ghistelinck dus en welkom in Le Bistrot de Paul. In de showrooms van de groep werden de racemachines wat opzij geschoven en bouwden ze een heuse Parijse bistro, waar je non-stop een romantische sfeer kunt gaan opsnuiven. Een AMG GT4 met een croissant? Of toch maar eerder een kaasplank met wijn en een GLA hybride? En je hoeft er echt niet voor in kostuum naar één van de concessies afzakken. Met mijn versleten Puma’s en mijn Primark sweatshirt kreeg ik net dezelfde service en was het net alsof ik op het Autosalon was, zonder dat er voortdurend ‘Wollah Broer’ werd gescholden wanneer ik te lang naar een stel velgen stond te kijken. De kers op de taart? Het is allemaal gratis. (de bistro dan toch, zo een Merc'je gratis meenemen staat in België gelijk aan 5 jaar correctioneel)
Trouwens, de naam ‘Paul’ is niet toevallig gekozen. De founding father van de groep heette Paul en hield van de betere dingen in het leven.
Het Autosalon is dood, lang leven het Autosalon dus en laat ons vooral hopen dat andere merken het voorbeeld van Mercedes gaan volgen.