Enfin, theoretisch gezien toch.
De verbrandingsmotor moet dood, zoveel is zeker. Twee dagen geleden stond West-Europa in rep en roer, toen het nieuws kwam dat Duitse steden voortaan dieselwagens mogen verbannen. Hard misschien, maar niks nieuws. Er zijn intussen al wel meer steden in Europa waar u niet meer welkom bent met uw mazoutstoof. Het is afwachten tot ook benzinewagens overal verdoemd en verketterd worden.
Elektriciteit is dus de toekomst, dat weten ze bij Jaguar ook wel. Zij werken inmiddels al enkele jaren aan de I-Pace. En die is nu klaar voor productie.
De cijfers zijn alvast veelbelovend. Twee elektromotoren leveren samen 400pk en 696Nm aan koppel. Daarmee sprint de stekker-SUV in 4,8 seconden naar de honderd. Als u niet al te kwistig met het gaspedaal omspringt, zou u op een lading zo’n 480 kilometer ver moeten geraken. Als u over een snellader kunt beschikken, kunt u een lege batterij voor tachtig procent weer opladen in veertig minuten tijd. Dat komt overeen met ongeveer honderd kilometer actieradius per kwartier.
Wat Jaguar volgens ons goed doet? Andere fabrikanten proberen uit te pakken met het ‘meest futuristische design’, wanneer ze een elektrische auto op de markt brengen. De Jaguar I-Pace, die ziet er echter uit als had hij een verbrandingsmotor onder de kap. Met (nutteloos) sierrooster en al. Dat de brede banden de actieradius in negatieve zin beïnvloeden, daar malen ze bij Jaguar niet om. Elektrische aandrijving of niet: emoties en looks blijven belangrijk voor het merk.