Dat Lamborghini en Honda samen een projectje zouden opstarten, klinkt even waarschijnlijk als een romantische komedie met Vladimir Poetin en Greta Thunberg in de hoofdrollen. Maar kijk, het ondenkbare is gebeurd. Deze Lamborghini Huracán, normaal gesproken uitgerust met een zinderende V10, heeft een Honda-motor gekregen. En niet zomaar eentje, maar een bescheiden viercilinder uit de Civic Type R. Wacht, wat?
De anatomie van een bizarre keuze
Het klinkt als een grapje dat te ver is doorgeschoten. Als iemand op een zaterdagmiddag met wat ducttape en een gereedschapskist dacht: “Wat als we dit eens probeerden?” Maar nee, dit is bloedserieus. Het raceteam PSC Motorsport in Thailand besloot hun Huracán Super Trofeo om te bouwen, omdat de standaard V10 simpelweg niet geschikt was voor een 25-uurs endurance-race. Enter de Honda K20C-motor, een compact blokje dat normaal dienstdoet in de Civic Type R FK8-generatie.
Waarom, vraag je? Omdat die V10, met zijn 5,2 liter pure kracht, niet bepaald zuinig of betrouwbaar is voor een langeafstandsrace. En omdat je met een 2.0-liter viercilinder gewoon wél mag meedoen. Maar voordat je begint te roepen dat dit heiligschennis is: het Honda-blok is flink opgepept. Met een aangepaste software, een carbon luchtinlaat en een opgewaardeerd inlaatspruitstuk, perst het nu 350 pk en 500 Nm koppel uit zijn turbocharged longen. Oké, dat klinkt al een stukje minder lullig.
Lichter, lager, langer door de bocht
Wat levert dit gekke huwelijk op? Verrassend genoeg best veel voordelen. De nieuwe motor is meer dan 100 kilo lichter dan die beukende V10. Dat scheelt niet alleen gewicht, maar verlaagt ook het zwaartepunt, wat mooi meegenomen is als je racet. Oh, en je verbruikt een stuk minder brandstof. Ideaal als je 25 uur lang rondjes wilt draaien zonder dat je elke vijf minuten bij de pomp moet stoppen.
Het originele chassis, de transmissie en zelfs de looks blijven 100% Lamborghini. Alleen het brulgeluid is vervangen door een ingetogen gezoem dat je eerder doet denken aan een bloeiende naaimachine dan aan een razende stier. Maar hé, offers moeten gemaakt worden.