Augustus 1993. België heeft een nieuwe koning, en een nieuwe koningin. Volgens haar kapper Claude zullen de Belgen verbaasd zijn.
Monsieur Claude (dan 53) is kapper van het kapsalon Roger aan de Louizalaan in Brussel. De klanten? Voornamelijk adellijke dames, echtgenotes van diplomaten en de koninklijke familie. Sinds de geboorte van prins Filip in 1960 leeft hij dan ook mee met het wel en wee van de Coburgs.
Claude in de media: “Ik heb er geen ogenblik aan getwijfeld dat Albert zijn broer zou opvolgen. Met alle respect en sympathie voor prins Filip, maar België heeft op het moment een koninklijk gezin nodig, man, vrouw en kinderen. De tijd van Filip komt nog wel.” Albert legde voor de troonsbestijging begin augustus een hand op de schouder van kapper Claude en met een krop in de keel zegt hij: “Claude, geef mij een mooie koningin”.
Claude: “Ik ben blij dat Paola koningin is geworden. De functie past bij haar natuur. Al die jaren moest ze een beetje op de achtergrond blijven, maar ze heeft de persoonlijkheid om op de eerste rij te staan. Wacht maar af, België heeft net de beste koningin van de wereld gekregen. En voor mij persoonlijk is er een droom uitgekomen. De kapper van een koningin, hoger kan je in dit beroep toch niet geraken?”
Monsieur Claude heeft Paola voor het eerst ontmoet toen ze net verloofd was. In die tijd kapte Claude in Maison Roger la jeunesse dorée van Brussel, de adel en de rijken zeg maar. Ook de gezelschapsdames van Paola kwamen bij hem. “Op een mooie dag kwam la princesse zelf binnenwaaien en ze is gebleven. Drieëndertig jaar lang, minstens één keer per week. En als zij niet kon komen, ging ik naar Belvédère. Ik ben zelfs verschillende keren mee op reis gemogen, tot in de Verenigde Staten en Libanon toe. Ik heb Paola zien openbloeien van jong meisje tot de prachtige vrouw die ze nu is.”
Claude in HBVL: “De aasgieren van de pers hebben haar slecht behandeld. Al dat geklets was volkomen uit de lucht gegrepen. La princesse, pardon, la reine, is een heel gevoelige vrouw. Die afschuwelijke verhalen hebben haar veel verdriet gedaan. Gelukkig houdt het volk weer van haar. Paola kan niet gelukkig zijn als haar omgeving niet van haar houdt.”
Het kapsalon van Claude duikt overigens in een totaal andere context op. In de notities van journalist Walter De Bock meer bepaald (zie hieronder).