Eén plus één is honderdennegen.
De Nationale Bank kreeg vorig jaar een stevige financiële dreun te verwerken vanwege de impact van de oplopende inflatie op de aanvullende pensioenen van zo'n 1.200 personeelsleden. Dit onthult 'De Tijd' vandaag.
Een bedrijf als (g)een ander
Net zoals in tal van andere bedrijven genieten de medewerkers van de Nationale Bank, naast hun wettelijk pensioen, van een aanvullend pensioen uit de zogenaamde tweede pijler. Maar de kosten voor dit aanvullend pensioen schoten vorig jaar spectaculair de hoogte in. Een uitzonderlijke storting van 108,9 miljoen euro was nodig voor de "financiering van het pensioenplan met vaste uitkeringen voor een deel van het personeel", zoals vermeld staat in het bedrijfsverslag. Deze uitgave kwam bovenop de 'normale' bijdrage, die vorig jaar 39,5 miljoen euro bedroeg.
"De eenmalige dotatie moest de impact van de aanzienlijke inflatiestijging in 2022 opvangen," wordt gemeld. Deze aanzienlijke storting kan mogelijk worden verklaard door het feit dat relatief veel personeelsleden de pensioengerechtigde leeftijd naderden.
De personeelskosten bij de Nationale Bank stegen vorig jaar vooral als gevolg van deze extra bijdrage, met maar liefst 41 procent tot een totaal van 451 miljoen euro.
De Nationale Bank, wat doet die precies?
De Nationale Bank is sinds 1850 de centrale bank van ons land. Ze maakt sedert de invoering van de euro op 1 januari 1999 deel uit van het Eurosysteem, dat bestaat uit de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt en de nationale centrale banken van de lidstaten van de Europese Unie die op de euro zijn overgegaan. Die landen vormen samen het zogeheten eurogebied.
De Nationale Bank heeft vier missies – zo lezen we op hun website – die erop gericht zijn om de welvaart te vrijwaren, zekerheid te geven en vertrouwen te bieden:
- Prijsstabiliteit vrijwaren
- Toezicht houden op het financiële systeem
- Veilige bankbiljetten en efficiënte betaalsystemen waarborgen
- Economische en financiële data en analyses verstrekken