Elon Musk, de man die elektrische auto’s sexy maakte, die ons een toekomst van schone lucht en zonnige vooruitzichten beloofde, heeft wat uit te leggen. Want hoewel Tesla ooit werd gezien als de messias van de auto-industrie, begint het bedrijf nu eerder op de antichrist te lijken als het om milieuvriendelijkheid gaat. Volgens een recent onderzoek van The Wall Street Journal is Tesla’s Gigafactory in Fremont namelijk de op één na meest vervuilende fabriek in Californië. En wie staat er dan nog boven Tesla? Juist, een olieraffinaderij van Chevron. Dat zegt eigenlijk al genoeg.
Groene revolutie of zwart schaap?
Laten we even inzoomen. Tesla’s Fremont-fabriek heeft de afgelopen vijf jaar 112 keer vergunningen voor luchtverontreiniging overtreden. Niet één, niet twee, maar 112 keer. Alsof dat nog niet genoeg is, heeft Tesla onlangs nog 75 nieuwe overtredingen aan z’n broek gekregen. En wat doet Tesla? Ontkennen natuurlijk. Het is alsof je buurman met een bladblazer je hele tuin vol puft en vervolgens beweert dat het de wind was. Charmant.
Om je een beeld te geven: Tesla heeft meer waarschuwingen van de Californische milieu-instanties ontvangen dan welk ander bedrijf ook. Alleen Chevron, met zijn rookpluimen en olielekken, verslaat Musk en co in de race om de meeste milieuzonden. En dat allemaal terwijl de Tesla-koper zichzelf graag voorstelt als de verantwoorde wereldverbeteraar, die met een goed gevoel over z’n vegan-lederen stoelen aait.
Giftige ovendampen en chemische regen
De problemen beperken zich trouwens niet tot Fremont. Ook Tesla’s fabriek in Austin, Texas, heeft een stevige reputatie opgebouwd. Neem bijvoorbeeld de tijd dat ze de productie van de Model Y wilden opvoeren. Het probleem? De ovendeur van hun gietproces sloot niet. Resultaat: de fabriek veranderde in een sauna van 100 graden Celsius, terwijl giftige dampen vrolijk hun weg naar buiten vonden. En alsof dat nog niet genoeg was, besloot Tesla z’n afvalwater – compleet met olie en verf – ongefilterd in het riool te dumpen. Waterschapsheffing? Daar doet Musk niet aan.
Oh, en dan is er nog het verhaal over de chemische modder. Wanneer het regende, gebruikte Tesla het water slim (lees: schaamteloos) om afval in de Colorado-rivier te laten wegspoelen. Innovatief, maar op alle verkeerde manieren.
Van Boomknuffelaars tot bulldozers
Het is dan ook geen wonder dat Duitse milieuactivisten in Grünheide, Brandenburg, hun protestborden uit de kast trokken toen Tesla daar een bos wilde platzagen om een fabriek neer te poten. Niet dat het veel uitmaakte, want die protesten zijn inmiddels weggeëbd, samen met de bomen die Tesla heeft gekapt om nóg meer Model Y’s te kunnen produceren. Alles voor de missie van maatschappelijk verantwoord vervoer, toch?
De groene schijnvertoning
Dit alles maakt Tesla’s claim als klimaatredder een tikkeltje ongeloofwaardig. Het bedrijf dat ooit werd geprezen als de toekomst van schone mobiliteit, lijkt inmiddels vooral goed te zijn in het verleggen van grenzen – en niet in de positieve zin. Misschien moeten we die slogan “accelerating the world’s transition to sustainable energy” maar aanpassen naar iets eerlijkers. Iets in de trant van: “We redden de wereld, behalve als het ons geld kost.”
Tesla-fanboys, tijd om de roze bril even af te zetten. Of wacht, nee, laat die maar op, anders zie je de rookpluimen boven Fremont.