Onbetaalbaar wonen in Vlaanderen: enkele opmerkelijke trends.
De vastgoedprijzen in Vlaanderen zijn de afgelopen tien jaar explosief gestegen. Waar we vroeger spraken over betaalbare gemeenten, lijkt dat begrip steeds meer te vervagen. Uit nieuwe cijfers van vastgoedsite Immoweb blijkt dat de prijzen met maar liefst 37 procent zijn toegenomen. En dat is niet alles: de kloof tussen dure en goedkope gemeenten is flink aan het verkleinen. Terwijl West-Vlaanderen achterblijft, knallen de prijzen in Antwerpen en andere delen van Vlaanderen de lucht in. We geven een overzicht.
Historische stijgingen in Vlaanderen
Wie in de afgelopen tien jaar een huis of appartement wilde kopen in Vlaanderen, merkte al snel dat de vastgoedmarkt geen genade kende. De gemiddelde prijsstijging van 37 procent zegt veel over de toenemende vraag en het dalende aanbod. Vooral de periode tussen januari 2016 en juni 2022 was een katalysator voor deze prijsstijgingen, gedreven door historisch lage rentevoeten en een opleving na de coronacrisis. De provincies Antwerpen (+41,6 procent), Limburg (+38,3 procent), Vlaams-Brabant (+37,9 procent) en Oost-Vlaanderen (+37,7 procent) staan aan kop, terwijl West-Vlaanderen achterop hinkt met een stijging van slechts 29 procent.
West-Vlaanderen is echter niet de enige provincie die opvalt. Ook Henegouwen, dat een stijging van 25,2 procent kent, blijft achter op de rest van het land. Toch is er één constante: in heel Vlaanderen zijn de goedkoopste gemeenten procentueel het hardst gestegen. Wie dacht een koopje te doen in een van de voordelige regio’s, heeft misschien net iets te veel betaald.
Antwerpen: de motor van prijsstijgingen
Antwerpen is dé provincie waar de vastgoedprijzen de pan uit rijzen. Met een gemiddelde stijging van 41,6 procent heeft het de hoogste prijsstijging van het land. De stad zelf voert de lijst aan met een explosieve stijging van 51 procent, gevolgd door omliggende gemeenten zoals Borsbeek en Mortsel (+49 procent). Zelfs de meer betaalbare gemeenten zoals Boom en Niel zagen de prijzen stijgen met een indrukwekkende 40 procent.
Het is opvallend dat de meest exclusieve gemeenten van de provincie, zoals Schilde (+38,5 procent), Schoten (+37 procent) en Brasschaat (+33,9 procent), achterblijven in vergelijking met het provinciale gemiddelde. In de goedkopere regio’s van de provincie, zoals Geel, Laakdal en Herselt, blijven de stijgingen beperkt tot minder dan 30 procent.
West-Vlaanderen: Knokke als buitenbeentje
In West-Vlaanderen gaat de prijsstijging met een gemiddeld percentage van 29 procent opvallend trager dan in andere provincies. Ondanks de hoge prijzen in de kustgemeenten blijft de stijging daar beperkt. Enkel Knokke-Heist, de uitzondering die de regel bevestigt, zag de prijzen met 46 procent stijgen. Andere kustgemeenten zoals Nieuwpoort (+21,3 procent) en Koksijde (+20,9 procent) bleven fors achter.
Menen, de goedkoopste gemeente in West-Vlaanderen, zag de prijzen stijgen met 35 procent, wat hoger is dan in Brugge, waar de stijging bleef steken op 33,6 procent. Kortom, West-Vlaanderen heeft, ondanks de dure vierkante meters aan de kust, procentueel gezien minder dynamiek dan de rest van Vlaanderen.
Oost-Vlaanderen: Vlaamse Ardennen in opmars
De Vlaamse Ardennen, lange tijd gezien als een meer betaalbare regio, maken nu een sterke inhaalbeweging. Gemeenten zoals Maarkedal, Horebeke, Zwalm en Brakel laten een stijging van 46 procent zien, wat ze naar de top van de Vlaamse lijst katapulteert. Ook Geraardsbergen (+45 procent) en Oudenaarde (+44 procent) tonen dezelfde trend. Gent, Aalst, Deinze en Sint-Niklaas schommelen rond de 40 procent, waarbij Sint-Martens-Latem (+38,6 procent) ook in de hogere regionen van de prijslijst meedraait.
Limburg: grensgemeenten scoren het hoogst
Limburg, de goedkoopste provincie van Vlaanderen, komt met een prijsstijging van 38,3 procent verrassend goed uit de bus. Vooral de gemeenten dicht bij de Nederlandse grens hebben hier baat bij. Hechtel-Eksel (+49,4 procent) en Hamont-Achel (+48 procent) plukken de vruchten van hun ligging dicht bij Eindhoven, terwijl Lanaken en Maasmechelen (beide +45,7 procent) hun nabijheid tot Maastricht goed benutten. In steden zoals Hasselt en Genk blijft de prijsstijging iets onder het provinciale gemiddelde, maar de vastgoedmarkt in Limburg laat zich duidelijk gelden.
Vlaams-Brabant: de Brusselse Rand koelt af
In Vlaams-Brabant koelt de vastgoedmarkt in de dure Brusselse Rand wat af. Gemeenten zoals Kraainem en Wezembeek-Oppem blijven steken op een stijging van 34,3 procent. Andere dure gemeenten zoals Overijse, Tervuren en Hoeilaart halen het provinciale gemiddelde van 37,9 procent niet. Toch kent ook Vlaams-Brabant enkele uitschieters. Glabbeek, dat op de derde plaats van het hele land staat, liet een stijging van 49,1 procent zien. En Leuven blijft een gewilde stad, met een prijsstijging van 44,6 procent en een gemiddelde vierkantemeterprijs van 3.550 euro.
Conclusie: een vastgoedmarkt in volle evolutie
De Vlaamse vastgoedmarkt blijft zich ontwikkelen, met grote verschillen tussen de provincies en zelfs tussen steden en gemeenten. Waar de goedkoopste regio’s vroeger een uitweg boden voor wie een koopje zocht, zijn ze nu in veel gevallen procentueel het sterkst gestegen. De vastgoedmarkt lijkt daarmee meer dan ooit een kwestie van goed kijken, vergelijken en op het juiste moment toeslaan. Misschien moet er maar eens ingegerepen worden in het hele vastgoed-gebeuren en moeten we gaan verbieden om huizen als investering te behandelen, en niet als een plek om in te wonen. Huizen zijn voor de gewone mens stilaan onbetaalbaar geworden. Vastgoedmakelaars verrijken zich met een product dat eigenlijk als een basisproduct zou moeten worden gezien. Je kan als gewone werkende Vlaming nu eenmaal niet op tegen de afgelikte dames en heren van het immokantoor die grote flappen geld meteen op tafel kunnen gooien en de prijzen artificieel omhoog jagen.
(Foto: PD)