Wanneer hebben we uitzicht op een versoepeling van de regels? Een simpele vraag, maar blijkbaar niet te beantwoorden door experts of politici.
Laat het duidelijk zijn, het is niet dat we hierin als land alleen staan. De onzekerheid, of zeg maar onwetendheid, is een wereldwijd fenomeen. En daar zijn verschillende redenen voor.
Onzekere leveringen
Al sinds het begin van de vaccinaties is het duidelijk dat de beloftes van de producenten niet veel waard zijn.
Bij Pfizer klinkt het nog dat er wel wat vertraging zou zijn, maar dat de leveringen tegen half februari op kruissnelheid zijn.
Het Moderna-vaccin ligt al moeilijker. Daar komen de leveringen bijzonder traag op gang. Momenteel zitten we aan een povere 8000 geleverde vaccins, met de bijkomende melding dat we al zeker op 20% minder vaccins moeten rekenen dan oorspronkelijk afgesproken.
En dan is er nog de soap rond AstraZenica.
Pascal Soriot, de CEO, lacht de EU daarbij eigenlijk gewoon in het gezicht uit. ‘Hoezo ik hou mij niet aan de afspraken? Er is nergens een contractuele belofte gemaakt omtrent het tempo van de leveringen.’
Aangezien hij daar nog gelijk in heeft ook, kunnen we enkel concluderen dat de Europese politici zich bij die onderhandelingen in hun nakie hebben laten zetten. En als magazine dat enige ervaring heeft met naakt kunnen wij getuigen: dat is geen schoon zicht.
Het opvallende is dat het Verenigd Koninkrijk de leveringen wél op tijd krijgt. Dit leidt in Britse media tot smalende opmerkingen in de trant van: ‘misschien was die hele Brexit toch niet zo’n slecht idee’.
'Vaccineer de kwetsbaren, en dan zien we wel weer'
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke biedt enige duidelijkheid. Uiteraard geen concrete datums, maar wel een plan: “De echte hoop is de vaccinatiecampagne. Als we de kwetsbare groepen in de bevolking (+65-jarigen, mensen met andere ziektes zoals diabetes, en het zorgpersoneel) gevaccineerd hebben, dan kunnen we stap voor stap het normale leven terug openen.”
Maar dat is dan natuurlijk weer op voorwaarde dat voldoende mensen in die groep zich wíllen laten vaccineren, wat in bijvoorbeeld Wallonië al niet het geval bleek.
Wat we gaan doen als we niet aan die 70 of 80% groepsimmuniteit komen in die bevolkingsgroepen, is voorlopig niet duidelijk.
De varianten
Ten slotte is er natuurlijk ook nog het probleem van dat nieuwe modewoord: de varianten.
De Britse, de Braziliaanse, de Zuid-Afrikaanse… We zagen niet meer zoveel landen op dezelfde kar springen sinds de oprichting van de VN.
Het probleem is niet zozeer dat sommige van de nieuwe varianten besmettelijker zijn. Al is ook dat geen geweldig nieuws natuurlijk. Het is vooral dat de mutaties er voor kunnen zorgen dat de vaccins helemaal niet meer effectief zijn.
Dat zien we nu bijvoorbeeld al met het AstraZenica-vaccin en de Zuid-Afrikaanse variant. De werkingsgraad is daarvoor zo laag, dat de Zuid-Afrikaanse overheid vandaag aankondigde de uitrol van dit vaccin compleet stil te leggen.
Sarah Gilbert, professor vaccinologie aan de Universiteit van Oxford, bevestigde gisteren nog dat het minstens tot het begin van de herfst zal duren, voor het vaccin aangepast kan zijn.
En volgens de meeste wetenschappers is het meer dan waarschijnlijk dat er nog heel wat nieuwe varianten zullen opduiken. Waarvoor dan waarschijnlijk wéér nieuwe vaccins moeten ontwikkeld worden...
Straatje zonder eind
Dus dan dringt de vraag zich op: is er eigenlijk wel uitzicht op een echte exit-strategie?
Al die onvoorspelbare factoren doen alvast uitschijnen van niet.
Minister Vandenbroucke kwam deze ochtend op Radio 1 niet verder dan: ‘We moeten nu aan de mensen geduld vragen”.
Alsof een groot deel van de bevolking nu al niet op zijn emotioneel en financieel tandvlees zit.
Er is één positief punt dat we kunnen meenemen uit dat interview. We moeten dan toch geen 70% groepsimmuniteit van de hele bevolking hebben voor we van versoepelingen kunnen spreken. Dat maakt een pintje op een terras in de (late) lente al wat aannemelijker.
Aan de andere kant ziet het er wel naar uit dat dit klotevirus, en alle varianten van dien, nog lange tijd deel zullen uitmaken van ons leven.