Afraden is aanraden.
In Nederland zijn de meeste winkels nog open. De grenzen zijn dat ook (open) en mondmaskers zijn niet verplicht. En dus rijden er nogal wat rood-witte nummerplaten tussen de geel-zwarte van de locals. Burgemeesters van Nederlandse grensgemeenten maken zich zorgen over de toestroom van Vlaamse funshoppers en doen daarom een oproep om weg te blijven.
Straks is er het laatste weekend van de herfstvakantie en voelen vele Vlaamse moeders het kriebelen om nog eens een winkel van binnen te zien. Onder het mom van ‘de kinderen hebben schoenen nodig’ willen ze zich nog een keer laten gaan in Hollandse boetieks. Maar de Nederlandse overheid is bang van de Vlamingen. “We hebben jullie Belgen héél graag. En we willen de grenzen niet sluiten. Maar kom gewoon eventjes niet bij ons winkelen of sporten”, klinkt het.
Om die boodschap kracht bij te zetten, zullen de Nederlandse autoriteiten de komende dagen aan de grens postvatten om Belgische toeristen te ontraden – niet te verbieden – om even voor wat winkels de grens over te steken. Marc Van Ranst kan de Nederlanders – hoe kan het ook anders – helemaal volgen en kan er niet bij dat je de grens zou oversteken om schoenen te kopen. De Nederlandse handelaars denken daar dan weer helemaal anders over. Hoe zou dat komen?
Je kan je de vraag stellen of de oproep van de burgemeesters geen omgekeerd effect zal hebben.