Gisteren kwamen enkele archivisten van de overheid in de Congocommissie van De Kamer pleiten voor een snelle beslissing over het vrijgeven van een reeks archieven over het koloniaal verleden van België, in het bijzonder van de archieven van de Koloniale Veiligheid.
Opvallend: de rechtmatige opvolger is nog niet is bepaald. Belga: “Het zou de Staatsveiligheid kunnen zijn, maar ook Buitenlandse Zaken, zo bleek tijdens een hoorzitting met archivarissen in de commissie.”
In mensentaal: in 1960 werd Congo onafhankelijk en na 60 jaar kon de Belgische overheid nog niet eens bepalen of die archieven naar de Staatsveiligheid of naar Buitenlandse Zaken moeten?
Probleem is bovendien dat een deel van die archieven schimmelvorming vertoont. Na het opslaan van ruim een halve eeuw in vochtige kelders gebeurt dat nu eenmaal. Vooraleer de beschimmelde documenten dus naar de archieven van de staat worden overgebracht, zoals voorzien, moeten ze eerst behandeld worden door een gespecialiseerde firma.
Belga: “Een Nederlands bedrijf kan die klus klaren, maar alvorens ze aan de slag kan gaan, mogen de dozen die naar daar worden opgestuurd, geen geclassificeerde documenten bevatten.” Dus eerst moet iemand die beschimmelde documenten sorteren.
Dat is uiteraard een dure klus en het is maar de vraag of het de moeite is om daar tijd en geld in te steken. Misschien kunnen we tegelijk de vraag stellen of het nog wel zin heeft om tijd in die Congocommissie te steken. Er is nu eenmaal een andere crisis bezig. Het is gewoon een kwestie van prioriteiten.