Het Apolloprogramma was tussen 1961 en 1972 een ruimtevaartprogramma van de Amerikaanse lucht- en ruimtevaartorganisatie NASA om de mens op de Maan te laten landen. Op 25 mei 1961 kondigde president John F. Kennedy het project aan met de woorden: "Dit land moet zich verplichten om de mens nog voor het einde van dit decennium op de maan te laten landen en hem weer veilig naar aarde te brengen".
Op 16 juli 1969 om 13:32 Greenwich Mean Time, GMT (09:32 USA EDT, 14:32 ned. tijd) waren miljoenen mensen - zogezegd via live-televisie - over de gehele wereld getuige van de lancering van de Apollo 11 met aan boord Armstrong, Collins en Aldrin. Twaalf minuten later waren zij in een baan om de aarde en na anderhalve omwenteling stuwde de derde trap de capsule weg van de aarde. Armstrong werd zogezegd op z’n 38e de eerste mens op de maan en sprak de misschien meest memorabele woorden van de 20e eeuw: "That's one small step for man, one giant leap for mankind" (21 juli 02:56 GMT, 20 juli 22:56 USA EDT, 03:56 MET).
Vandaag wil NASA opnieuw naar de maan met het Artemisprogramma. Dat is een door NASA opgestart internationaal ruimtevaartprogramma om binnenkort opnieuw astronauten, onder wie tevens de eerste vrouw, op de Maan te laten landen. Het Artemisprogramma wordt behalve als een maanprogramma, ook gezien als voorbereiding op bemande ruimtevaart naar Mars.
Volgens sommige kritische geesten zijn de Amerikanen evenwel nog nooit op de maan geweest. Het verklaart de vele problemen van het Artemisprogramma.
Zo gebruiken ze onder andere foto’s van NASA om aan te tonen dat de beelden op aarde werden gemaakt omwille van diverse inconsistenties en anomalieën, onder andere bij de schaduwen en belichting. Zelf spraken we enkele jaren geleden met een bron uit de inlichtingenwereld die bevestigde dat het hele Apolloprogramma fake was en dat de Sovjets hiervan op de hoogte waren.
Deze foto is een composiet van officiële NASA Apollo 14-beelden AS14-68-9486 en AS14-68-9487. De uiteenlopende schaduwen van de LM en de rotsen op zowel de voor- als achtergrond zijn heel duidelijk. De anomalie werd volgens Aulis eerder aangehaald door M. Bennett en D.S. Percy (2000) als bewijs van een ‘nauwe’ en grote lichtbron die werden gebruikt om deze scène te verlichten, maar niet op de maan.
Foto: NASA, M. Bennett en D.S. Percy via Aulis