Een aparte auto met een aparte geschiedenis, die op 8 februari onder de hamer gaat. Verwacht wordt, dat hij tussen de 16 en 22 miljoen euro zal opbrengen.
Deze Alfa Romeo 8C 2900 Berlinetta Touring, waarvan slechts vijf exemplaren geproduceerd werden, werd in de jaren dertig gemaakt als ‘racemachine voor op de openbare weg’. Door de week kon je ermee gaan winkelen, op zondag kon je er mee richting circuit. De 2.900cc grote acht-in-lijn produceert maar liefst 180pk.
In 1939 werd de auto vanuit Italië naar Engeland geïmporteerd, waar hij in handen van ene Lord Ridley kwam. Die liet de donkerblauwe lak overspuiten door donkerrood en liet het stoffen interieur overrekken met leder. Omdat hij bij het manoeuvreren niet genoeg zag, liet hij ook nog twee extra achterruitjes plaatsen: andere Berlinetta Tourings hebben slechts één achterruit – de middelste.
In 1976 kwam de auto terecht bij een Nederlander. Jan-Willem Martens, de zoon – en huidige eigenaar – sleutelde aardig wat uren aan de Alfa Romeo. Hij deed er ook mee waarvoor de auto bedoeld is: racen. Op Zandvoort en op de Duitse Nürburgring reed hij verschillende prijzen voor klassiekerraces bij elkaar.
Intussen is Jan-Willem Martens 69 en verkoopt hij de wagen weer. Op 8 februari zal dit kunstwerk op wielen geveild worden op de Rétromobile-beurs in Parijs. Verwacht wordt, dat de auto ergens tussen de 16 en 22 miljoen euro zal opbrengen. Martens wil niet kwijt hoeveel zijn vader er tweeënveertig jaar geleden voor neertelde, behalve dat het eigenlijk ‘een belachelijk laag bedrag’ was.