“Een collega moet je voor 100 procent kunnen vertrouwen.”
Een 43-jarige man met de naam Rachid B. dacht dat hij aan zijn stageperiode in de gevangenis van Antwerpen mocht beginnen. Rachid kwam na een lange selectieprocedure in aanmerking om zich in de Begijnenstraat te gaan vervolmaken in de kunst van het bewaken van gevangenen. Een materie waar Rachid in thuis is, want hij heeft ervaring met het leven aan de andere kant van de tralies.
Dat was één van de cipiers niet ontgaan. Die herkende de vroegere hotelgast, wat de nodige opschudding veroorzaakte. De cipiers legden het werk neer. “Het gaat wel om wat meer dan het pikken van een handtas”, klonk het. En inderdaad: Rachid B werd in 2005 veroordeeld tot vijf jaar cel voor een waslijst aan inbreuken: afpersing, diefstal, drugshandel, schriftvervalsing, schending van het beroepsgeheim en verduistering. Bovendien was Rachid in een vroeger leven politieman van politiezone Rupel en had hij ook daar buiten de (coke)lijntjes gekleurd. Hij kreeg hij in 2006 van de rechter een extra jaar hotelstraf voor een ripdeal. Samen met een kompaan had hij geprobeerd drugs afhandig te maken van een Nederlander.
Gelukkig is Rachid een lieve jongen en na drie van de zes jaar kwam hij vervroegd vrij wegens goed gedrag. En dus, moet Rachid gedacht hebben: “Wat ken ik nu eigenlijk het best? Dief en agent zijn". Cipier leek hem dan ook het ideale beroep. Logisch toch? Alleen denken de collega’s daar even anders over.
Rachid B. zit voorlopig thuis in afwachting van een gesprek met de gevangenisdirecteur.