Gaan we deze keer een inhoudelijk pleidooi horen, of sleept Van Langenhove ons weer mee in een nieuw juridisch kat-en-muisspel?
"We zullen ons verhaal wel doen in het hof van beroep." Het was de mantra van Dries Van Langenhove en zijn advocaat Hans Rieder, die de rechter in de Schild & Vrienden-zaak in eerste aanleg geen woorden waardig vonden. De rechter zou “overduidelijk van uiterst linkse signatuur” zijn en via “gesjoemel” zijn aangesteld. Vandaag - na een maandenlange pauze en juridische obstakels - start het proces opnieuw in beroep. Maar de vraag die op ieders lippen brandt: gaan we deze keer een inhoudelijk pleidooi horen, of sleept Van Langenhove ons weer mee in een nieuw juridisch kat-en-muisspel?
Een ellenlang onderzoek vol hindernissen
Het strafonderzoek in deze zaak leek al sinds het prille begin vast te zitten in juridische haarkloverij. Van Langenhove en zijn advocaat sleepten de zaak keer op keer voor de rechter met uiteenlopende procedures. Een wrakingsverzoek leidde tot het aftreden van de eerste onderzoeksrechter, en later volgde nog meer drama toen het duo de legitimiteit van een burgerlijke partij in twijfel trok. Die partij was niemand minder dan een oud-rechter wiens familie tijdens de Tweede Wereldoorlog naar een concentratiekamp werd gedeporteerd – een twist die nog meer stof deed opwaaien.
Grapjes, of beledigend en toxisch?
Het vertragende juridische steekspel culmineerde in maart 2024, toen de rechter tot een harde uitspraak kwam: wat de leden van Schild & Vrienden in hun besloten onlinegroepen deelden, was volgens de wet overduidelijk racistisch en discriminerend. De rechtbank had het over "echokamers voor haatboodschappen", waar bevolkingsgroepen werden bespot op basis van ras, huidskleur en etnische afkomst. Van Langenhove, zo bleek uit het onderzoek, was de meest actieve gebruiker van de haatgroepen, met maar liefst 5.021 berichten op zijn naam. De inhoud van die berichten werd door deskundigen beschreven ze als "uiterst beledigend en toxisch". Maar in de ogen van de Schild & Vrienden-leden waren het "grapjes", onschuldige uitingen van hun "humor". De rechtbank oordeelde echter anders: in de context van een extremistische organisatie zoals Schild & Vrienden kunnen herhaalde oproepen tot haat en geweld niet afgedaan worden als lollige plagerijen.
Het proces van de ‘gemiste kans’
Het vonnis zorgde voor beroering en verontwaardiging, zowel bij de veroordeelde leden als bij hun aanhangers. Vrijwel alle betrokkenen tekenden beroep aan. "Dit proces is een gemiste kans," verklaarde Piet Noé, de advocaat van één van de veroordeelde leden, na de zitting. Hij stelde dat de rechtbank de zaak uit proportie had getrokken. Volgens hem was het absurd om een paar internetjongens strenger te bestraffen dan politici die geweld tegen bepaalde bevolkingsgroepen openlijk zouden aanmoedigen.
Dries Van Langenhove zelf? Die bleef opvallend stil tijdens het proces. Hoewel hij al vroeg liet weten dat hij in beroep zou gaan, hield hij zijn pleidooi achter. Op de dag van de zitting plaatste hij een bericht op sociale media waarin hij uitlegde waarom hij niet zou verschijnen: “Ik zal mijn verhaal bewaren voor het hof van beroep. De rechter in eerste aanleg is overduidelijk bevooroordeeld. Zo’n proces kan ik niet vertrouwen.” Het was een opmerking die al maanden in de lucht hing en de oorzaak was van meerdere vertragingen.
De strijd tegen de rechter
Van Langenhove's strijd tegen de rechter ging verder dan een simpel bezwaar. Hij en Rieder trokken alles uit de kast om rechter Jan Van den Berghe te wraken. Ze beweerden dat de rechter zichzelf op oneerlijke wijze de zaak had toegeëigend door niet deel te nemen aan de raadkamer – een juridisch orgaan dat zich tijdens het vooronderzoek over bepaalde vraagstukken buigt. Door dit omzeilen - zo claimden ze - had de rechter zichzelf bevoordeeld, iets wat volgens hen tegen de regels inging.
De trucjes hielden niet op. Rieder introduceerde een ‘verdelingsincident’, een juridische manoeuvre bedoeld om Van den Berghe uit de zaak te krijgen. Toen dat niet werkte, diende hij een wrakingsverzoek in tegen de drie rechters. Wederom zonder succes. Zelfs het Hof van Cassatie werd erbij gehaald, maar ook daar ving het duo bot. Ondanks alle inspanningen konden de rechters blijven zitten, maar de juridische schermutselingen hadden het proces wel met vier maanden vertraagd.
En nu: het beroep
Vandaag, zes maanden na het vonnis, gaat het proces eindelijk in beroep. De eerste zitting zal een inleidende zijn, waarin afspraken worden gemaakt over het verloop van de zaak. Doch, de grote vraag blijft: gaan Van Langenhove en zijn advocaat zich deze keer daadwerkelijk verdedigen? Of zien we een herhaling van het kat-en-muisspel van eerder?
Wat het proces extra pikant maakt, is de aanwezigheid van Henri Heimans, één van de burgerlijke partijen. Heimans, een mensenrechtenactivist en kind van Holocaust-overlevenden, was jarenlang voorzitter van de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) in Gent. Dit is hetzelfde hof dat destijds moest inspringen nadat de eerste onderzoeksrechter was opgestapt. En laat Heimans nou net decennialang in datzelfde Gentse hof hebben gewerkt, waar zijn voormalige collega’s mogelijk nog steeds zetelen. Van Langenhove en Rieder hebben al eerder problemen gehad met deze connectie, en de kans is groot dat ook dit onderwerp opnieuw op tafel komt.
Of het nu door het hof van beroep zal worden opgepikt of niet, één ding is zeker: dit verhaal is nog lang niet afgelopen, en wie weet welke nieuwe juridische stokken er achter de spreekwoordelijke. achterpoortjes gevonden worden om de zaak verder te vertragen.