“Een wolf in schaapskleren.”
Het coronapaspoort is volgens Frank Vandenbroucke een voorwaarde voor een ‘toffe zomer’. Hij benadrukt dat het geen vaccinatiepaspoort is omdat dat discriminerend zou zijn, maar in de praktijk lijkt het op hetzelfde neer te komen.
Het coronapaspoort wordt in eerste instantie een vaccinatiepaspoort, want de vaccinatiestatus is de belangrijkste parameter. Sterker nog men twijfelt eraan of 1 prik wel voldoende is om ‘tof’ te kunnen zijn. Volgens viroloog Van Gucht is een tweede prik noodzakelijk om een groene pas te krijgen. Het certificaat zou een onderscheid moeten kunnen maken tussen zij die deels gevaccineerd zijn en zij die twee prikken hebben gekregen. Mensen met één prik zouden zich dan nog een keer bijkomend moeten laten testen.
Meteen is duidelijk dat wie helemaal geen prik heeft gehad, uit de boot valt. Al willen ze dat niet met zoveel woorden zeggen. Want er zijn alternatieven. Wie de nodige moeite doet, kan ook in aanmerking komen om – alvast even – ‘tof’ te mogen doen. Wie onlangs een negatieve coronatest heeft afgelegd, mag ook binnen in het rijk van de vrijheid.
Maar er is een ‘maar’ waarover de overheid zelf nog niet helemaal uit is. Hoe oud mag die negatieve test zijn? “Een denkpiste op beleidsniveau is om enkel testen van drie dagen oud te accepteren. Dat is echt het maximum”, zegt viroloog Van Gucht in ‘Het Nieuwsblad”. Dat wordt dan een hele korte reis, tenzij je je op reis nog een keer laat testen.
Er is nog een derde alternatief: zij die ooit besmet waren met het coronavirus. Ook hier weer grote twijfels en een grote ‘maar’. Want de antilichamen die je aanmaakt bij een besmetting, blijven niet voor eeuwig in je lichaam. Hoe lang zo iemand immuun is - en of zo iemand immuun is - weten de wetenschappers niet. Welke limiet er dan staat op het verkrijgen van een paspoort, is onbekend.
Is de coronapas op het eind van de rit dan toch een discriminerende vaccinatiepas?