Dit is het fiscale mijnenveld dat De Wevers formatie op losse schroeven zet.
De opschudding die momenteel de Wetstraat teistert, heeft alles te maken met één specifieke belasting: de meerwaardebelasting. De discussie hierover bereikt een kookpunt en dreigt zelfs de formatie van Bart De Wever (N-VA) te doen ontsporen. Maar waar gaat het nu precies over? Wat maakt deze taks zo explosief dat politieke bondgenoten elkaar naar de keel vliegen?
Wat is een meerwaardebelasting?
Het concept is simpel: de meerwaardebelasting is een taks op de winst die je maakt wanneer je een goed verkoopt tegen een hogere prijs dan waarvoor je het gekocht hebt. Hoewel die theoretisch op van alles en nog wat geheven kan worden – van schilderijen tot onroerend goed – is de kern van het debat momenteel gefocust op financiële producten zoals aandelen en obligaties.
De supernota van De Wever die op onderhandelingstafel ligt, voorziet in een belasting van 10 procent op deze meerwaarden. Klinkt eenvoudig, maar natuurlijk zijn er een aantal nuanceringen. Zo mogen beleggers verschillende kosten aftrekken – denk aan beurstaksen, inflatiecorrecties en verliezen uit eerdere beleggingen. Bovendien is er een vrijstelling voorzien voor kleine beleggers tot 6.000 euro, en wie de opbrengst van zijn beleggingen opnieuw investeert, wordt zelfs volledig vrijgesteld van de taks. Kortom, De Wever heeft een systeem in gedachten dat milder lijkt dan de angstbeelden die rond de meerwaardebelasting worden opgeroepen.
Het fiscale paradijs België
Toch wekt de invoering van een meerwaardetaks heftige emoties op. België is namelijk een zeldzaam fiscaal paradijs binnen de EU waar zo’n belasting tot nu toe niet bestaat. Het idee kreeg plots veel aandacht toen miljardair Marc Coucke zijn farmaceutisch bedrijf Omega Pharma verkocht voor maar liefst 1 miljard euro – en daarbij op de winst geen enkele euro belasting hoefde af te dragen. Voor veel critici was dit het schoolvoorbeeld van hoe het belastingstelsel de rijkste elites bevoordeelt.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) pleit al jaren voor een vermogenswinstbelasting als onderdeel van een bredere fiscale hervorming. Dat zou niet alleen de belastingdruk verschuiven van arbeid naar vermogen, maar ook de toenemende ongelijkheid aanpakken. Dat klinkt als muziek in de oren van linkse partijen en beleidsmakers die streven naar meer rechtvaardigheid binnen het fiscale systeem. Toch werd de taks eerder al afgeblokt onder zowel de Zweedse als Vivaldi-coalities. De formatie van De Wever lijkt de laatste kans voor deze langverwachte hervorming.
Wie betaalt de prijs?
De vraag blijft natuurlijk: wie krijgt deze nieuwe belasting op zijn bord? In de eerste plaats gaat het om de beleggers en vennootschappen die hun geld in aandelen steken. Dat zijn vaak de hogere inkomensklassen. Maar ook mensen met een bescheiden inkomen kunnen de pineut zijn. Zo kan iemand via een erfenis bijvoorbeeld plots over een aanzienlijke portefeuille aan aandelen beschikken.
Wat de precieze opbrengst van deze maatregel betreft, liggen de schattingen ver uiteen. Economisch natte vinger-werk. De onderhandelaars van de Arizona-coalitie mikken op zo’n 500 miljoen euro extra per jaar. De Hoge Raad voor Financiën hield het zelfs op 1 miljard, maar dat was dan zonder rekening te houden met inflatiecorrecties en andere aftrekposten.
Waarom nu, en waarom zo’n heisa?
Er zijn zowel pragmatische als ideologische redenen voor het heffen van een meerwaardebelasting. Enerzijds moet er simpelweg geld gevonden worden om de geplande belastingverlagingen op arbeid – de zogenaamde ‘taxshift’ – te financieren. Anderzijds is er de overtuiging dat ook vermogens een eerlijke bijdrage moeten leveren. Dat idee wordt gedragen door partijen als Vooruit, die ervan overtuigd zijn dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Voor hen is het invoeren van een meerwaardebelasting niet alleen logisch, maar ook een ethisch noodzakelijke correctie binnen het Belgische belastingsysteem.
Maar er is meer. Professor fiscaal recht Delanote zegt in ‘Het Nieuwsblad’ dat de meerwaardebelasting een van de meest efficiënte manieren om inkomsten te genereren zonder de economische groei te verstoren. Het gaat om een relatief eenvoudige belasting, die transparant en voorspelbaar is. Dit wordt verrassend genoeg ook ondersteund door de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB). Volgens voorzitter Erik Bosman is een duidelijke en stabiele belasting – hoe onpopulair ook – nog altijd beter dan het huidige kluwen van verschillende heffingen, dat investeerders vaak meer onzekerheid dan duidelijkheid oplevert.
Een bom onder de formatie
Het is duidelijk dat de meerwaardebelasting meer is dan een eenvoudig fiscaal instrument. Het is een ideologische splijtzwam die de formatiegesprekken bemoeilijkt. De Wever bevindt zich in een penibele situatie: hij wil de coalitie laten slagen, maar de invoering van de taks is een absolute breekpunt voor Vooruit. Tegelijk vreest de MR van Georges-Louis Bouchez dat hun rijke achterban het gelag zal moeten betalen. De vraag is dus of er voldoende politieke wil bestaat om deze knoop door te hakken, of dat de meerwaardebelasting de genadeslag wordt voor de hele formatiepoging.
(Foto: Didier Lebrun/Photo News)