Eerlijk en redelijk.
We leven in tijden waarin we een kat een moeten noemen. Een vrouw die een contract ondertekent waarin staat dat zij onderschrijft dat zij als een ‘goede huisvader’ zorg zal dragen voor de zaken waarvan zij het vruchtgebruik krijgen, nee dat is ouderwets. Erger nog het is Napolentisch, of, zeg maar Romeins. De bonus pater familias moest zijn gezond verstand en zin voor voorzorg gebruiken om zijn familie te behoeden voor (financiële) nadelen. Iets wat volgens de Romeinen uitsluitend was weggelegd voor de man als gezinshoofd.
Toen Koen Geens nog op Justitie zat, startte die een grootschalige modernisering op van de wetboeken. En dus ging men op zoek naar een alternatief voor 'de goede huisvader’. Een ‘goede huismoeder’ werd alvast van tafel geveegd, want niet alle vrouwen zijn moeders. Stel je voor! Waren alle mannen dan vaders? En zijn alle mannen vandaag nog wel mannen, en alle vrouwen vrouwen?
Nu goed, op tafel ligt: “als een voorzichtig en redelijk persoon”. “Hiermee gaan we richting een inclusief taalgebruik, eerder dan uit te gaan van de klassieke stereotypen van weleer”, zegt Jessika Soors, woordvoerster van staatssecretaris voor Gendergelijkheid in ‘Het Nieuwsblad’. Doch, de term is voor interpretatie vatbaar en kan tot semantische discussies leiden. Wat is eerlijk en redelijk? En wanneer gaat een eerlijk en redelijk persoon in de fout?
Eerlijk, wij durven hier in alle redelijkheid geen antwoord op te geven.