In 1985 wordt bankier Léon Finné in Overijse vermoord teruggevonden tijdens de ‘hold-up’ van het warenhuis Delhaize door de Bende van Nijvel.
Finné is een raadselachtige figuur, maar was zeker betrokken bij Cepic en volgens een bron kwam een deel van de financiering van de Cepic zelfs uit Congo. Cepic (Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens) was een drukkingsgroep in de christendemocratische partij PSC en het politieke vehikel waarmee vooral Paul Vanden Boeynants (VDB) een tegengewicht wilde vormen voor de invloed van de christelijke vakbond in de partij.
In 1977 was er zelfs een hoogoplopend conflict tussen VDB en het hoofd van de Staatsveiligheid Albert Raes, omdat de laatste de eerste niet had ingelicht over huurlingen die clandestien vanuit Luik naar Congo waren vertrokken.
De bron: 'Ik weet dat Léon Finné betrokken was bij de geldcircuits van de Cepic vanuit Congo.' Finné werd in 1982 wegens malversaties uit de Banque Copine gezet en werkte naderhand nog als 'valiezendrager', die geld vanuit Congo naar Europa smokkelde en het op rekeningen bij een Luxemburgse bank ging plaatsen.
In het gerechtelijk dossier rond de vermeende zelfmoord van Paul Latinus, leider van de ondergrondse extreem-rechtse beweging Westland New Post (WNP), wordt zelfs gewag gemaakt van 'een dossier-Congo'. Tijdens een ondervraging gaf WNP-militant Marcel Barbier, veroordeeld wegens dubbele moord, te kennen dat Paul Latinus een dossier over Congo aan een Libanese agent van de Libanese falangisten had overgemaakt.
Nergens in het dossier-Latinus staat gespecificeerd waarover dat 'dossier-Congo' precies zou gaan. Vraag is of er misschien een link mag worden gelegd met het dossier aangaande ‘een op til zijnde staatsgreep’ waarover Léon Finné het in 1980 tegenover rijkswachtcommandant Herman Vernaillen had.
Het is altijd algemeen aangenomen dat het om een staatsgreep in België ging. Een jarenlange tipgever van verschillende binnen- en buitenlandse inlichtingen- en politiediensten is hierover tegenover twee journalisten van De Tijd in 1997 formeel: 'Het ging helemaal niet om een staatsgreep in België. Het ging om een staatsgreep in Congo.'
De tipgever ging in zijn verhaal over de staatsgreep in Congo nog een stap verder. Volgens hem moeten ook de occulte activiteiten van de (opgeheven) geheime, extreem-rechtse Groep G in de rijkswacht gezien worden in het licht van Congo.
Die groep werd opgericht in 1975 en recruteerde zijn leden bij de rijkswacht (en bij de staatsveiligheid) en onderhield via rijkswachtcommandant Didier Miévis intense contacten met frontman Francis Dossogne van het Front de la Jeunesse. Volgens de tipgever ging de Groep G in extreem-rechtse kringen op zoek naar recruten voor operaties in Congo.
De Groep G heeft actief bijgedragen tot de samenstelling van de anti-Mobutu-lijst van het Front. Groep G had toegang tot confidentiële en politiek gevoelige dossiers bij de rijkswacht en wisselde informatie uit met het Front de la Jeunesse.