Nieuwe btw-regelingen in het regeerakkoord De Wever-I.
De nieuwe btw-regels van de regering-De Wever I schudden de vastgoed- en bouwsector grondig door elkaar. Of je nu renoveert, sloopt of herbouwt, de spelregels veranderen. Ook wie investeert in duurzaamheid of een tweede verblijf bezit, krijgt met nieuwe maatregelen te maken. Dit zijn de belangrijkste hervormingen.
1. Renovatie vs. vernieuwbouw: wat betaal je?
De btw-tarieven voor renovatie en vernieuwbouw blijven sterk verschillen: 6 procent voor renovatie, 21 procent voor vernieuwbouw. De cruciale vraag is dan ook: wat valt onder renovatie en wat wordt als vernieuwbouw beschouwd?
Renovatie omvat het opknappen van bestaande gebouwen, het herstellen van gebreken en het verbeteren van de energieprestaties zonder de originele structuur fundamenteel te wijzigen. Vernieuwbouw houdt in dat een oud gebouw grotendeels of volledig wordt gesloopt en vervangen door een nieuw exemplaar.
Om van het gunstige 6 procent-tarief te genieten, moet een woning minstens tien jaar oud zijn en moet de renovatie aan strikte criteria voldoen. Materialen die door doe-het-zelvers worden gekocht, blijven echter belast aan 21 procent btw. Wie dus zelf aan de slag gaat, betaalt duurder dan wie de werken uitbesteedt aan een erkend aannemer.
2. Uitbreiding van de 6 procent-regeling voor sloop en heropbouw
De verlaagde btw-regeling voor sloop en heropbouw, die normaal zou aflopen in juni 2025, wordt verlengd. Dit betekent dat wie zijn oude woning sloopt en heropbouwt, onder bepaalde voorwaarden kan blijven genieten van een btw-tarief van 6 procent in plaats van 21 procent. Belangrijk detail: dit voordeel geldt enkel voor wie de woning als hoofdverblijfplaats gebruikt en niet voor tweede verblijven of investeringspanden. Ook mag de woning niet groter zijn dan 175 vierkante meter.
3. Btw op ketels en warmtepompen: fossiel duurder, duurzaam goedkoper
Wie een oude gas- of mazoutketel wil vervangen, moet rekening houden met een btw-verhoging van 6 procent naar 21 procent voor installaties in woningen ouder dan tien jaar. Dit maakt de overstap naar een nieuwe verbrandingsketel fors duurder.
Daartegenover staat een verlaging van het btw-tarief op de installatie van warmtepompen van 21 procent naar 6 procent zowel voor renovatie als nieuwbouw. Deze maatregel geldt alvast tot 2029 en moet de energietransitie versnellen.
4. Snellere verduurzaming van appartementsgebouwen
Binnen Verenigingen van Mede-Eigenaars (VME’s) wordt het gemakkelijker om te investeren in duurzame oplossingen zoals zonnepanelen en laadpalen. Waar vroeger een tweederdemeerderheid nodig was, volstaat voortaan een gewone meerderheid. Daarnaast wordt onderzocht hoe VME’s makkelijker kredieten kunnen aangaan voor energiebesparende renovaties.
5. Einde van de federale interestaftrek voor tweede verblijven
De belastingaftrek op de rente van leningen voor tweede verblijven verdwijnt. Vanaf 2025 kunnen eigenaars van een tweede woning deze aftrek niet langer inbrengen bij de belastingaangifte van 2026. Dit raakt zowel particuliere eigenaars als vastgoedbeleggers die hun tweede verblijf of investeringspand via een lening financieren.
6. Hypothecaire leningen voor energiezuinig vastgoed
De regering onderzoekt manieren om de voorwaarden voor hypothecaire leningen te versoepelen bij de aankoop van energiezuinige woningen. Dit zou de instapdrempel voor duurzame vastgoedprojecten verlagen en meer mensen richting energiezuinige nieuwbouw of gerenoveerde woningen duwen.
7. Meer consumentenbescherming bij verbouwingen
Om onverwachte kosten en juridische conflicten met aannemers te voorkomen, werkt de overheid aan strengere regels ter bescherming van consumenten die verbouwingen uitvoeren. Dit moet onaangename verrassingen tijdens het bouwproces helpen vermijden. De exacte maatregelen worden nog uitgewerkt.
Tijdig informeren en goed plannen is de boodschap.