Veel groter wordt het niet.
Het grootste cruiseschip van de wereld, ‘The Wonder of the Seas’, is vanuit de scheepswerf van Saint-Nazaire de Atlantische Oceaan opgevaren. Er zullen heel wat reisjes moeten verkocht worden om de boot terug te verdienen, want met de prijs van het schip zou je onze begroting kunnen redden: 1,2 miljard euro.
Cruisen kan weer, al heeft de sector door corona zware klappen gekregen. Bij het begin van de pandemie kregen grote plezierboten het image van drijvende doodskisten. Daar moet ‘The Wonder of the Seas’ verandering in brengen. En reken maar dat het schip een klein wonder is.
Een straat lang is het vaartuig, oftewel 326 meter. 64 meter breed en 18 verdiepingen hoog, goed voor 2.872 cabines met slaapgelegenheid voor 6.988 gasten en 2.300 bemanningsleden. Wie zee zegt, zegt zwemmen, wel het kan op het bootje. Je kan kiezen tussen maar liefst 15 zwembaden.
Je kan het met reden een drijvende stad noemen met winkels, twee theaters, een bionische bar met futuristische robots die cocktails shaken, een ‘Central Park’ met echte bomen en planten, drie hogesnelheidsglijbanen (waaronder The Ultimate Abyss, de hoogste glijbaan op zee), de FlowRider-surfsimulator, dubbele klimwanden, een 10 dekken hoge zipline, een carrousel in de Boardwalk-buurt, een hele kermis dus.
Je moet er niet mee naar de klimaattop van Glasgow varen, want die zouden het onding liever torpederen. De drijvende stad verbruikt per 24 uur varen maar liefst 270 ton brandstof, nodig om een motor van 124.000 pk te ontwikkelen. Dat is 3,7 liter brandstof per persoon per 100 kilometer.