Extra kosten voor wie nog een analoge meter bezit.
Het verhaal van de zonnepanelen is er eentje van dure politieke beloftes en boerenbedrog. Ondertussen weten we dat woorden die voorafgaan met ‘groen’ geld kosten. Veel geld. Alle subsidies voor hernieuwbare energie (wind, zon, biomassa, afval en biogas), inclusief de federale (wind op zee), hebben al 30 miljard euro gekost. Tegen 2030 zullen de groenestroomcertificaten voor zonnepanelen de Vlamingen14,5 miljard gekost hebben.
Een erfenis van beloftes die in 2003 begint, wanneer België beslist om een voorloper te worden in zonne-energie. De subsidies, fiscale aftrek en premies kunnen niet op. Toenmalig minister Steve (gratis) Stevaert (sp.a) ontpopt zich met de groenestroomcertificaten tot een wilde weldoener. Groenestroomcertificaten worden door de netbeheerders Eandis en Infrax (nu Fluvius) verplicht opgekocht tegen 450 euro per megawattuur. De steun wordt voor 20 jaar toegekend. We knallen zonder remmen. Het kan niet op. Vlaanderen stuurt ook niet bij wanneer de federale belastingvermindering en de groenestroomcertificaten tot een dubbele subsidiëring leiden.
Maar dan krijgen de heren en dames politici in de gaten krijgen dat het onbetaalbaar wordt. In 2009 beslist Hilde Crevits (cd&) om in te grijpen en laat de steun voor een eerste keer zakken, van 450 naar 350 euro per megawattuur. Dat jaar komen er zo’n 50.000 zonnedaken bij. Vijf jaar later, in 2014, zet Freya Van den Bossche (sp.a) de volledige subsidiëring stop.
Door het wegvallen van de certificatensteun wordt dan het mechanisme van de terugdraaiende teller een cruciaal element voor gezinnen om hun nieuwe investeringen terug te verdienen. Maar ook aan dat laatste voordeel komt een einde, ondanks de woordbreuk van Bart Tommelein (Open Vld) die een gebruik van de terugdraaiende teller nog voor 15 jaar beloofde.
Vandaag raakt bekend dat ook TotalEnergies extra kosten in rekening zal brengen voor eigenaars van zonnepanelen met een analoge meter. De energieleverancier volgt hiermee het voorbeeld van Mega en Octa+.
De energieleveranciers voeren de extra kosten in als compensatie voor de 'onbalanskosten' die ze moeten betalen aan Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet, om het onevenwicht op het net te herstellen. Zij redeneren dat er een onevenwicht ontstaat omdat eigenaars van zonnepanelen soms overtollige zonne-energie op het net steken, maar ook energie afnemen van het net wanneer de zon niet schijnt.
Voor een doorsnee installatie gaat het - zo lezen we in 'Het Laatste Nieuws' - om een vergoeding van 20 euro per maand of 240 euro op jaarbasis. De kosten worden aangerekend vanaf 1 april 2023 voor nieuwe contracten en contractverlengingen. Het is een ingewikkeld kluwen om erachter te komen dat de zon niet gratis is. We citeren: "De energieleveranciers rekenen de extra kosten aan op basis van het vermogen van de omvormer van de prosument (een verbruiker die zelf energie produceert). De netbeheerder hanteert dezelfde parameter voor het bepalen van het prosumententarief. Naast de extra vergoeding betalen alle eigenaars van zonnepanelen ook nog het prosumententarief aan de netbeheerder, goed voor gemiddeld 280 euro per jaar bij een omvormer van 4 kVA."
De extra vergoeding zou kunnen oplopen tot 508,80 euro per jaar. Je kan die kosten vermijden door een digitale meter te laten plaatsen, maar dan is het wel bye bye terugdraaiende teller. Veranderen van leverancier kan ook. Eneco en Engie lieten weten dat een extra vergoeding nog niet op de agenda staat.