Dat klinkt misschien positief, maar is het niet echt.
De kostprijs van een nieuwe auto hangt af van verschillende factoren. Het belangrijkste aspect is, hoeveel die kost om te bouwen. Over die kostprijs wordt dan een winstmarge berekend. Die winstmarge is ook nog eens afhankelijk per regio: in Amerika zijn ook dikke Duitse bakken een pak goedkoper dan bij ons, zelfs taksen buiten beschouwing gelaten.
Maar grof gezegd komt het hier op neer: hoe groter het verschil tussen verkoopprijs en kostprijs, hoe hoger de winst voor de fabrikant – en hopelijk dan ook voor de concessiehouder.
Bij Mercedes wilden ze halfweg jaren negentig wat meer winst maken. Ze konden natuurlijk moeilijk hun auto’s enkele duizenden euro’s duurder maken: dat zouden de klanten niet pikken. Maar ze konden wel stiekem de kostprijs drukken, door onder andere goedkoper staal te gebruiken.
Geen hond die het verschil zag. Of toch niet gedurende de eerste jaren. Het gros van de Benzen van die jaren, kwamen echter vroegtijdig om het leven omdat ze opgegeten werden door het roestmonster.
De dieselgate heeft de Volkswagen-groep handenvol geld gekost. Naast verschillende schadeclaims, moesten ze ook nog eens 30 miljard euro boete ophoesten. Ze zouden er dus belang bij hebben om hun winstmarge op te krikken.
De meneer in onderstaand filmpje zette een Golf VII (vorige generatie) en Golf VIII (de nieuwe) naast elkaar, en in de nieuwe blijken heel wat besparingen te zijn doorgevoerd.