Er wordt aan gewerkt…
… al zal het nog wel even duren. En eigenlijk niet eens om die reden. Porsche is namelijk, samen met Siemens, naarstig aan het knutselen aan een synthetische brandstof voor benzinemotoren. Met behulp van stroom, die door wind wordt opgewekt, maken ze waterstof. Daar voegen ze CO2 aan toe, die gewoon uit de lucht komt, waarna er volgens een ingewikkeld proces synthetische methanol ontstaat. Nog enkele bewerkingen later, wordt dat uiteindelijk synthetische benzine.
Ze zijn zo goed als klaar voor productie: nog dit jaar willen ze meer dan 100.000 liter gaan maken. De prijs zal, gezien de productiekosten, aanvankelijk zo’n negen euro per liter bedragen. Men heeft al wel berekend dat tegen 2026, wanneer men miljoenen liters zal kunnen maken, de prijs zal zakken tot ongeveer 1,80 euro per liter.
Hoezo, da’s toch nog steeds evenveel als een liter vloeibaar geworden dinosaurus? Jawel, maar als er meer synthetische benzine op de markt komt, dan zal de vraag naar aardsap dalen, en dus ook de prijs. De prijs van de synthetische benzine zal dus wellicht duurder blijven dan die van het echte spul. Waarom doet Porsche dit dan?
Simpel. De Porsche 911 wordt al sinds 1964 gebouwd. Toch rijden er volgens Porsche nog zo’n zeventig procent van alle 911’s, die in deze 58 jaar tijd gebouwd werden, rond. Heel erg verwonderlijk is dit niet: een 911 is een liefhebbersauto, wordt nooit goedkoop en dus wordt er voor ‘versleten’ exemplaren vaker gekozen voor restauratie dan de schroothoop. Gewoon omdat ze het waard zijn.
Maar de bezitters van die ouwe elfjes, gaan wel in de problemen geraken wanneer er straks – die tijd gaat er komen, alleen weten we nog niet wanneer – helemaal geen dinosap meer mag verkocht worden. Die synthetische brandstof moet dus vooral dienen om ‘eigen elfjes’ op de weg te houden.
Porsche zou het overigens niet alleen doen voor het behoud van de oude 911’s. Ze zouden graag willen dat over enkele jaren nieuwe 911’s nog steeds als VROOAARHH klinken, in de plaats van ZZZZ.