Voor de jonge lezers: in de Belgische politiek is het dorpje Poupehan vooral bekend omdat Fons Verplaetse (voormalig gouverneur van de Nationale Bank van België) er een buitenverblijfje had. Tussen 1982 en 1987 werd er in het geheim en en petit comité onderhandeld. Democratisch was het zeker niet.
De Vier van Poupehan bestond uit de toenmalige eerste minister Wilfried Martens, ACV-vakbondsleider Jef Houthuys, de toenmalige voorzitter van de BAC (bank) Hubert Detremmerie en Fons Verplaetse zelf.
De vier stippelden tussen 1982 en 1987 samen het beleid van de Belgische economie uit na de recessieperiode in het begin van de jaren 1980. De naam Poupehan betekent overigens "huis van de fee" (poupe = fee, han = huis).
Echt uniek is dat fenomeen overigens niet: gelijkaardige bijeenkomsten werden in Sint-Genesius-Rode gehouden met Nederlandstalige en Franstalige politici.
Bij sommige intellectuelen is er vandaag heimwee aanwezig naar de politici uit de jaren 80 en 90. Vorige week al mocht econoom Geert Noels zich lovend uitspreken over Jean-Luc Dehaene en nu is het de beurt aan Jonathan Holslag (VUB) om Wilfried Martens te bewieroken.
Holslag in de media: “Ik mocht ooit het bekende vakantiehuisje van wijlen Fons Verplaetse bezoeken, in het Ardense dorpje Poupehan. In de jaren tachtig nodigde de voormalige voorzitter van de nationale bank hier politici zoals Jean-Luc Dehaene uit om in alle sereniteit na te denken over hoe ons land uit een lange periode van economische kommer geleid zou kunnen worden. Het buitenverblijfje is bescheiden, het interieur gedomineerd door Luxemburgse breuksteen, naaldhout en sobere meubels. Paul-Henri Spaak was nog zo’n staatsman die zijn vakantie graag wandelend en studerend doorbracht in een rustieke familiewoning in de Condroz. Wat een verschil met de pretpolitici van vandaag.” Houthuys in een interview net voor zijn dood: Jean-Luc Dehaene was daar niet bij aanwezig omdat "hij de maatregelen als minister moest uitvoeren, en wij hem niet wilden kompromitteren.”
Uit verklaringen van Houthuys blijkt overigens dat "de vier van Poupehan elke beslissing van de regering vooraf bespraken, en elk op hun terrein steunden. Zo liet Houthuys zijn vakbond de besparingen van de jaren tachtig slikken. De eerste bijeenkomst van de vier dateert van na de devaluatie van februari 1982.
Op de vraag hoe het dan kwam dat de regering in 1987 is gevallen over de kwestie Happart, zonder haar werk af te kunnen maken, zegt Houthuys: "Happart was slechts een voorwendsel. Begrotingsminister Verhofstadt was de echte schuldige. De pretentie van da joenk konden wij niet meer slikken. Verhofstadt, aldus de oud-ACV-voorzitter, wilde er liberale overwinningen van maken, en de mensen aan de top van de vakbeweging die me tot dan toe gesteund hadden - al dan niet met tegenzin - begonnen steeds meer vragen te stellen."