Schattig maar vervelend.
Zonnekloppers op Nederlandse stranden moesten de afgelopen dagen voortdurend lieveheersbeetjes van hun handdoeken kloppen. Ze streken in grote getale neer op het Noordzeestrand. Experten hebben een logische verklaring voor die invasie. Ze vliegen met de wind mee en dat gaat goed zo lang ze boven een gebied met planten zitten. Met de oostenwind komen ze bij de Noordzee. Ze zien het water voor hen, en willen meteen landen. De beestjes tegenhouden is een onmogelijke zaak.
Als iemand overweegt lieveheersbeestjes te kopen om luizen te bestrijden: ik verkoop ze vanaf nu. #strand pic.twitter.com/SNRqZI87re
— Lisette Schrijft (@Lisetthea) June 26, 2020
In België en Nederland komt een zestigtal soorten voor met een grootte van 2 tot 10 millimeter. De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. Sommige soorten eten bladluis en worden door tuiniers daarom verwelkomd als gast.
Het meest opmerkelijke aan de kevertjes is dat ze vrijwel overal een andere naam krijgen. Je kan het zo gek niet bedenken: (onze)lieveheer(s)(e)beestje, (onze)lievevrouw(e)beestje, oliebeestje, piempampoentje, hemelbeestje, pieternel(letje), pieternellebeestje, piepauw(tje), piepebontje, pimpajoen(tje), pimpaljoen(tje), pimpompulletje, hentar nektarkring(etje), engelbeestje, pompulleke.
Hoe dan ook, teveel pomullekes op je bandhanddoek? Niet leuk.